Na de twee coversalbums met Beth Hart zou Joe Bonamassa met Different Shades Of Blue voor het eerst een solo-album met uitsluitend eigen songs uitbrengen. Album nummer elf al, en hij moet nog veertig worden. Uiteindelijk is er nog één cover voorgekropen, namelijk Jimi Hendrix’ instrumental “Hey Baby (New Rising Sun)” als opener. Het is bijna vanzelfsprekend dat Different Shades Of Blue is geproduceerd door Kevin Shirley en dat verschillende muzikanten ook op eerdere platen meewerkten, zoals bassist Carmine Rojas, drummer Anton Fig en percussionist Lenny Castro. Zoals altijd draait het echter vooral om de gitaar van Bonamassa, of beter gezegd de twintig vintage gitaren en dertien versterkers die hij gebruikte om per track de juiste gitaarsound te vinden. De eerste eigen track “Oh Beautiful” is meteen de klapper van het album. Fraaie ingetogen zang wordt afgewisseld met gierende gitaren. Het nummer erna is eerlijk gezegd wat meer representatief voor het album. Over het geheel is Bonamassa – wellicht door het project met Beth Hart – meer de R&B-hoek van de blues ingedoken, met blazers en achtergrondzang. Daarbij hoor je hem andere gitaarstijlen uitproberen, zoals in “Living On The Moon”. Hier en daar gaat dat ten koste van de aandacht voor de song zelf en is dientengevolge het nummer minder memorabel dan de gitaarsound en -stijl. Dat neemt niet weg dat er met “Oh Beautiful” en “Never Give All Your Heart” een paar fijne uitschieters op staan. Puur als album is Different Shades Of Blue misschien niet zijn allerbeste, maar je hoort hem wel experimenteren en dat is ook te waarderen. Bonamassa maakt het zichzelf niet makkelijk en daarvoor krijgt hij van mij bonuspunten.
mij=Mascot / Provogue