Er zullen wel dertien mensen aan deze plaat meegewerkt hebben. Joel Hoekstra, heden ten dage opvolger van Doug Aldrich in Whitesnake, heeft zijn soloproject in elk geval Joel Hoekstra’s 13 genoemd, in plaats van het onder eigen naam uit te brengen zoals zijn drie eerdere solo-albums. Die albums zijn al van een tijdje geleden – het laatste dateert van 2007 – en sindsdien is Hoekstra’s status flink gestegen door zijn werk voor Night Ranger, Trans-Siberian Orchestra en nu dus Whitesnake. Dat is te zien aan de gastenlijst op dit album Dying To Live: de zang wordt beurtelings verzorgd door Jeff Scott Soto en Symphony X’ Russell Allen, Vinnie Appice (Black Sabbath, Heaven & Hell, Dio) drumt en de baspartijen zijn van Tony Franklin (Blue Murder, The Firm). Verder zijn onder andere Derek Sherinian (Dream Theater, Joe Bonamassa) en Toby Hitchcock (Pride Of Lions) te horen. Muziek en teksten zijn vrijwel integraal van Hoekstra, die ook de productie verzorgde. Waarom Coverdale hem voor Whitesnake wilde hebben is te horen aan een song als “Long For The Days”, die zo op het volgende Whitesnake-album gekund had. Natuurlijk staan de riffs en solo’s van Hoekstra op de voorgrond, maar hij is niet te beroerd om de spotlights te delen met de andere muzikanten. Dat klinkt bijna als de perfecte classic-rockplaat toch? Helaas. Ik weet niet of het komt omdat dit album al in de pijplijn zat voor Hoekstra’s toetreden tot Coverdales keurkorps, maar op dit album is wel heel erg op veilig gespeeld. Normaal gesproken doen gitaristen op een soloplaat dingen waar ze in bandverband niet aan toekomen. Ja okee, Hoekstra soleert iets meer, maar qua songs is het materiaal nergens verrassend. Gooi er wat fusion doorheen, een flard wereldmuziek of een mopje klassiek en je hebt een album dat al wat afwijkt van de stadionrock van alledag. Maar nee, het zijn allemaal coupletje-refreintje-coupletje-testosteronrockers. Smakelijk uitgevoerd, dat zeker. Muzikaal spannend wil het echter nergens worden. Ook Jeff Scott Soto en Russell Allen doen hun bekende kunstje en niets meer dan dat. Nogmaals: zonder meer goed uitgevoerd, maar niet spannend. In het afsluitende “What We Believe” is een duet te horen van Soto met Chloe Lowery (Trans-Siberian Orchestra, Chameleon) en dat is meteen de meest onderscheidende track. Ik snap best dat je voor de commercie soms concessies moet doen, maar hier lijkt Hoekstra daarin flink doorgeslagen. Dying To Live is daarmee een plaat vol topmuzikanten die zich desondanks met moeite onderscheidt. En dat vind ik oprecht jammer.
mij=Frontiers / Rough Trade