Mannen houden van gitaren. In overdaad. Vrouwen veel minder, die vinden het al gauw te hard, te ongenuanceerd. Vrouwen houden wel van John Mayer. En de gitaar houdt van John Mayer. Hij weet de juiste snaar op het juiste moment op het juiste plekje te raken, een eigenschap waar ook zijn vele veroveringen niet geringschattend over doen. John Mayer doet daar zelf heel nonchalant over, veel te nonchalant wat mij betreft. Ook op Battle Studies prachtig mooie liedjes. Loepzuivere (samen)zang, piano, strijkertje erbij. Alles erop en eraan voor een zwoel avondje in de huiselijke sfeer. Waarschijnlijk krijg je in de deluxe-editie de geurkaarsen er gratis bij. Maar die gitaar, waar John zulke prachtig verfijnde klanken uit kan toveren, komt mij niet vaak genoeg echt op de voorgrond. En dat terwijl Mayer zelf zegt voor dit album geïnspireerd te zijn door de Californische rock/pop van de jaren ’70/’80. Hij noemt namen als Tom Petty en Neil Young en roemt de simpliciteit van de muziek uit die tijd. Soms voegt hij de daad bij het woord. “Assassin” is zo’n nummer, dat geldt evenzo voor “Edge of Desire” en slotstuk “Friends, Lovers or Nothing”. Maar juist door zijn prachtige stem klinkt het altijd een beetje alsof de rem erop staat. Het Petty-aanse eerste nummer “Heartbreak Warfare” is steengoed, maar zou er in een echte Petty-uitvoering wat ruwer op komen (en dus beter). Maar goed, doordat dit album veel minder R&B-invloeden bevat dan Continuum ben ik allang tevreden, ik vind dat ik bij John Mayer kritisch mag/moet zijn, en heb dus wat kanttekeningen, maar vind het ondertussen een ijzersterk album.
mij=Columbia / Sony