Begin mei is het inmiddels. Koninginnedag zit er net op en op het moment dat ik dit schrijf maakt het land zich op voor de Bevrijdingsfestivals. Overal in het land zijn ze en je kunt je afweging maken van wat je wilt zien. Ik ben lui, ik ga gewoon naar dat in Utrecht, wat het programma ook is. Paaspop is geweest, dus het zomerfestivalseizoen is afgetrapt. Maar goed, begin mei dus. Ik had dit stukje beter eind april kunnen schrijven. Dan had ik kunnen refereren aan de naam van de band. Of wellicht zelfs half november 2010, toen deze plaat uitkwam. Maar ik heb het niet gedaan. En ik heb er zelfs nu, begin mei, moeite mee. Niet omdat Gooey zo’n slechte plaat is. Integendeel zelfs, slechte platen recenseren zichzelf. En Gooey is eigenlijk ook best wel een goede plaat. Maar Gooey is vooral een Last Days of April-plaat. Deze band, afkomstig uit Zweden, verbaasde in het begin van hun carrière met een aantal platen die op het kruispunt van britpop en emo zaten. De emo werd allengs minder, de (brit)pop bleef. Op Gooey zijn de nummers nog steeds goed en ik zette de plaat nooit met tegenzin op. Maar ik weet zeker dat ik Gooey niet meer draai, na deze recensie. Last Days of April is inmiddels een doorsneebandje en dan is het moeilijk nog wat zinnigs over de plaat te schrijven. Gelukkig is het begin mei, de festivals komen. Daar schrijf ik makkelijker over…
mij=Bad Taste / Suburban
4 reacties