Er is plots een naam voor de soort muziek die Jim White maakt: acid folk. Als we rekkelijk zijn kunnen we daar wellicht ook de platen van de betreurde Sparklehorse onder vangen. In elk geval is het de aanduiding die Tom Wilson, de voorman van Lee Harvey Osmond, aan zijn eigen, twisted americana meegeeft. In het collectief Canadezen rond deze Tom Wilson vinden we muzikanten terug van The Cowboy Junkies en als je je iets voor kunt stellen bij een omschrijving als Cowboy Junkies on acid, dan zou je zowaar in de buurt kunnen zitten van het soort liedjes dat Tom Wilson maakt. Zelfs een cover van The Velvet Underground (“I Can’t Stand It”) krijgt zo een onverwachte, maar passende kleur mee. En om terug te komen op de vergelijking met Jim White: het stemgeluid van White en Wilson ligt soms zo dicht bij elkaar dat je onwillekeurig het cd-hoesje erbij wilt pakken om te kijken wie er nu aan het zingen is (“Queen Bee”). Beiden hebben het vermogen hun verhalen uiterst onderkoeld te brengen, waardoor er vanzelf spanning en geheimzinnigheid in hun teksten kruipt. Het grootste verschil is wellicht dat Lee Harvey Osmond aardser klinkt: de gekte die southerner Jim White zo nu en dan laat doorklinken kennen de Canadezen blijkbaar niet. Ook anders is dat Jim White Aimee Mann mee liet zingen, en Tom Wilson Margo Timmins.
Mij=Latent / Import
Ik dacht al, waar ken ik die stem van. Die Tom Wilson was de zanger van Junkhouse, van de topplaat Strays van 16 jaar geleden alweer.