Heb je alles weten te bereiken wat je heel vroeger o zo belangrijk vond of heb je geleerd voor de lieve vrede fouten, ongemakken en onkunde te verbloemen om vooral niet uit de gratie te raken? Zanger Jason Aalon Butler geeft onomwonden zijn antwoorden op deze vragen op de derde cd van Letlive. Maar, let op, het zijn zijn antwoorden, zijn waarheden en het kan hem eigenlijk geen reet schelen hoe de wereld daarover denkt. The Blackest Beautiful is een optelsom van hardcore-, postcore-, crossover- en screamostijlen. Van Black Flag en Bad Brains regelrecht naar de productionele geintjes van Refused en de metal van Anthrax (“Room For One More”) en zelfs Glassjaw of een Killswitch Engage. The Blackest Beautiful is voor Letlive een experimentele popplaat. De band heeft geprobeerd om zonder gezichtsverlies tal van stijlen toe te passen op het imago van Letlive. De plaat moest en zou logisch klinken. Met melodie en met heldere structuren. In die zin is The Blackest Beautiful hun popplaat. Maar, voor het gros der luisteraars blijft Letlive een stel branieschoppende herriemakers. Da’s de rauwe ongepolijstheid die de band ook per se wilde handhaven. Ik noem maar de afsluiter “27 Club” als voorbeeld. Wanneer je toegeeft aan waarom je een bepaalde zanger goed vindt en waarom een band zonodig per song uit de bocht wil vliegen, dan pas kun je begrijpen met welke intentie Letlive deze plaat heeft willen maken. Hardcore en alle verwante genres gaan over frustraties en spanningen die er op wat voor manier ook uit moeten. Letlive heeft je per genre, per melodie, per refrein en per frase willen laten inzien hoe je een hardcore-gezelschap tegemoet moet treden. De luisteraar moet eerst gekieteld worden. Pas als hij een en al luisterend oor is, kun je de brute excercities van de band waarderen. Over tien jaar zal blijken of we met deze derde cd te maken hebben met een klassieker in de trant van The Shape Of Punk To Come. What the fuck, ik zeg het gewoon nu al: dit is een klassieker!
mij=Epitaph/PIAS
4 reacties