Liars had ik reeds lang diep weggestopt in het laatje ‘bands die toch niets voor mij zijn’. Experimenteel? Ja. Interessant? Zeker. Maar het was me doorgaans te eenvormig om te blijven boeien. Tot ik onlangs op de verrassend catchy single Mess on a Mission stuitte. Zowaar een nummer dat met een heerlijk schreeuwrefrein direct binnenkomt. Een flinke scheut dance-punk, maar dan wel gecombineerd met de elektrische stroperigheid van The Knife. En wat blijkt: zeker de eerste helft van Mess is voor Liars-begrippen ongekend toegankelijk en vooral dansbaar. De plaat combineert een diep dreunend house-geluid – een koptelefoon is aan te bevelen – met vooral veel postpunkinvloeden. Vooral Suicide, oervader van de synth punk, is nooit ver weg. De plaat klinkt door de vervormde zang soms waterig, maar door de stuwende beat ook weer erg industrieel. Alsof de band al watertrappelend voor de kust van Fukushima aan het openemen is geweest. Op de tweede helt van Mess zakt Liars langzaam naar de bodem van de oceaan. Het tempo gaat omlaag, synth punk wordt meer krautrock. De experimenteerzucht komt toch weer tot uiting; voor doorgewinterde Liarsadepten zullen de twee slotnummers ongetwijfeld het meest te bieden hebben. En ik? Ik zit inmiddels zo in deze hypnotiserende plaat dat ik ditmaal wel meegezogen word in de zalige eenvormigheid van een radioactieve zeebodem.
mij=Mute
4 reacties