Zo’n festival is toch een aparte minivakantie. Op de vrijdag vertrek je vol goede moed, anticiperend op alles wat je wil en gaat zien. En voor je het weet is het zondagochtend en realiseer je dat het alweer de laatste dag is van het festival! En dan denk je aan alles dat je graag wilde zien, maar gemist hebt. De “ellende” is dat je op een festival meer mist dan wat je ziet. Altijd enthousiaste verhalen van je vrienden, die dat bandje zagen dat jij oversloeg. Anyway, dat hou je toch altijd en laten we ons focussen op wat we wel zagen en hoorden.
mij=Door: Gr.R.
We zijn een dikke 25 minuten onderweg bij Jonathan Wilson en het tweede nummer is net afgelopen. De jaren zeventig zijn in het universum van Wilson nooit helemaal voorbij. Waar de optredens bij de vorige tour ietwat slaapverwekkend konden zijn, heeft Wilson nu live aan kracht gewonnen. En vooral in het eerste deel van concert galmen er flarden Neil Young door de tent zonder dat het epigonistisch dreigt te worden. Het houdt ons beter bij de les dan in het verleden. Echter, hoeveel gitaarexercities kan men hebben? Na drie kwartier beginnen we toch onrustig om ons heen te kijken. Wellicht is iets meer afwisseling in het songmateriaal een volgende stap in zijn carrière?
Aan hetzelfde euvel lijdt ook Christopher Taylor, die u wellicht beter kent als SOHN. Wellicht een wat negatieve insteek voor een van de beste optredens op deze Lowlands, maar toch. SOHN opent ijzersterk. Hij zit, in een soort van zwarte cape, vooraan op het podium, met zijn elektronica en wordt ondersteund door een toetsenist/bassist. SOHN samplet alles bij elkaar, inclusief zijn eigen stem en alles knalt loepzuiver en op een uitstekend volume de speakers uit. Maar Tremors, zijn debuutplaat, mist snelheid en dat is al luisterend met de koptelefoon absoluut geen probleem. Maar op het podium, waar verder ook niet veel gebeurt, gaat dat zich wreken. De setlist is wel voorbeeldig opgebouwd, want tegen de tijd dat de aandacht echt wegzakt knalt “Sacrifice” erin. Toch een erg fijn optreden.
Nee, dan Panama. Drie Australiërs zijn dat, om het ingewikkeld te maken. Twee EP’tjes uit, maar toch staan ze al op Lowlands en waar SOHN tempo tekortkomt, gaat het bij Panama vooruit! Veel meer new wave-pop gaat het niet worden. Een soort van Soft Cell meets INXS. Het is cliché, maar een showtje is het hoor. Gewoon lekker voor de verandering. Als volgende staat een ieder die ook maar een beetje van gitaren houdt en een metalshirt draagt bij de India. Want daar speelt Red Fang en veel dichter bij echte gitaarherrie gaan we niet komen, deze Lowlands. Het is een ongewaardeerd genre dit jaar. Helaas is alleen Red Fang net niet wat we willen zien. Want ook Red Fang brult het ene na het andere cliché over de weide. Natuurlijk, het is de enige metalband op Lowlands maar met hun op stoner gebaseerde metal komt Red Fang vooralsnog niet verder dan het naspelen van hun favorieten. Het lijkt erop dat de organisatie nog een excuusmetalband ergens vandaan moest halen.
Tijd om te gaan housen! Met Little Big! Muzikaal gaat u bij Die Antwoord rechtsaf de taiga op en neemt u een dwerg mee aan de hand. Die dwerg die niet alleen een gimmick is, maar ook nog kan zingen. Klinkt prima! Het ravet, het springt en het stuitert en dit alles afmaakt met terrorclowns en zombies! Er staan opvallend veel jonge mensen voor het podium. Niks nieuws onder de Russische zon, Little Big zijn Russen, maar als Die Antwoord mag, dan mag Little Big ook.
Eigenlijk is een bas ook maar een gitaar. Alleen met vier snaren in plaats van zes. Dus als je ‘m aan de juiste pedalen hangt en bespeelt als een gitaar, dan kun je gewoon gitaarmuziek maken, met een bandje bestaande uit drum en bas. Geen metal, maar daar waar Red Fang niet overtuigde, daar doet Royal Blood het wel. Ze hebben gewoon sterkere nummers. En een beest van een drummer. Ook door de bas als een gitaar te bespelen krijg je aparte effecten, waarmee Royal Blood zich ruim boven de concurrentie plaatst. Is Lowlands 2014 bijna afgelopen, krijgen we eindelijk goede gitaarmuziek!
Thank God for Twitter. Hoewel de internetverbindingen op het terrein weer eens aan de matige kant waren, kon ik toch nog een berichtje wegkrijgen, waarin ik meldde dat ik Andre Manuel op het terrein gezien had. Waarmee prompt het antwoord kwam (Henk Kanning, bedankt nog): die doet mee met Typhoon. Dan gaan we dus maar eens bij Typhoon kijken. Een keuze die we absoluut niet betreuren! Typhoon staat met een veelkoppige band op het podium en heeft een keur aan gasten, o.a. eerder genoemde Manuel en Benjamin Herman, en hij maakt er een feestje van. Zijn laatste plaat Lobi Da Basi (‘Liefde is de Baas’) is uitstekend gerecenseerd en je hoort exact waarom. Typhoon, ofwel Glenn de Randamie, is onder de indruk van de volle Bravo en heeft er zichtbaar lol in om die plat te spelen. Zijn gasten helpen mee. Waarmee blijkt dat je ook op andere manieren feestjes kunt bouwen, dan met de overdaad aan skapunkbandjes die er dit jaar op Lowlands staat. Want Gogol Bordello als vervanger van London Grammar is natuurlijk een zwaktebod. Andre Manuel doet mee in de single “Zandloper” en hij zal ook niet vaak voor een vollere tent gestaan hebben. Zandloper was het slotstuk van het Typhoonoptreden, maar tijdens het wachten daarop heb ik me geen moment verveeld.
En dan Annie. Annie Clark. Ook bekend als St. Vincent. En ‘het ijskonijn’. Onderkoeld komt ze op, in een robotpasje, gehuld in het zwart met een grote gouden rozet. Maar hoewel ze de act probeert vol te houden tot het eind, lukt dat haar niet helemaal. Want technisch is er het een en ander mis. Naar het schijnt is ze tijdens de vlucht het een en ander aan apparatuur kwijtgeraakt, maar dat wat er wel is, dat werkt ook niet naar behoren. Na twee nummers een vinnige blik naar de techniek, maar een nummer of drie later wordt de technicus in kwestie doodgeschoten met een hand, gevormd als pistool en snijdt ze zijn keel door. Ondertussen verdwijnt ze even van het podium, ongetwijfeld om de technicus in elkaar te stampen. St. Vincent worstelt zich door de show, maar eerlijk gezegd, haar muziek krijgt er wel een extra emotionele lading door. De IJskonijnact houdt ze tot het eind professioneel vol, maar je ziet de opluchting op haar gezicht als het optreden is afgelopen. Het doet me in ieder geval afvragen hoe goed het zou wezen als er niets mis gaat. Want dit was ondanks alle malheur in het geheel niet verkeerd.
Waarna we tenslotte nog een stukje Portishead meepakken, dat als vanouds een degelijke show neerzet, om Queens of The Stone Age op de radio mee te pakken op de weg naar huis. Het waren drie intensieve dagen op een memorabel Lowlands, dat het dit jaar niet zo van de muziek moet hebben als anders. Al hebben we daardoor dit jaar acts gezien die we anders wellicht gemist zouden hebben, want het blijft een heel compleet festival (Literatuur! Klassiek! Theater! Straatartiesten! Mental Theo!) En wat is er leuker dan Lowlands te verlaten met een paar puike nieuwe ontdekkingen, zelfs al waren ze aan de spaarzame kant? Gewoon volgend jaar weer, we hebben allemaal wel eens een minder weekend, toch?
4 reacties