Het is wel weer even wennen, zo een dagje alleen met de Jongedame in het nieuwe huis. Voor haar is het ook onwennig. Zij drentelt continu achter mij aan, terwijl ik telefoneer over zaken die nog geregeld moeten worden voor het nieuwe huis. Als ik even niet oplet struikel ik over haar. Het lijkt wel of ze niets terug kan vinden van het speelgoed waar ze in het oude huis altijd mee speelde. Terwijl ik telefonisch uitleg krijg van de meneer die de vloerverwarming aangelegd heeft in ons huis, klinkt er opeens een hels kabaal en heel, heel hard – en dat is hard verzeker ik je – huilen uit de woonkamer. ‘Ik bel zo terug’ zeg ik tegen de stem aan de andere kant. Oei, ze heeft met de volumeknop van de versterker gespeeld en het kleine rode lichtje dat het volumeniveau aangeeft zit aan de rechterkant. Niet goed. Keihard schalt Man on Fire‘s derde cd Habitat door de huiskamer. Er zijn betere manieren om als tweejarige met progressieve rock kennis te maken. Dat ze met beide handen haar oren beschermde tegen het volume was niet meer dan logisch. Voor de kwaliteit van muziek had ze dat niet hoeven doen. Dat zit namelijk wel snor bij deze Amerikanen. Met een prominente gastrol voor King Crimson-gitarist Adrian Belew en een iets mindere voor ex-Kansas-violist David Ragsdale heeft frontman Jeff Hodges namelijk een meer dan verdienstelijk tegen neo-prog aanschurend, Rush-trekjes vertonend én nergens oubollig klinkend conceptalbum afgeleverd. Het concept is van hem en Steve Carrol, die nadrukkelijk als bandlid vermeld staat, terwijl hij alleen maar de teksten aangeleverd heeft. Die man verdient die credits ook zeker, want zijn teksten die verhalen over de tien heel verschillende personen in een ‘block’ zijn van hoog niveau. Ze zijn zo een mooie aanvulling op de vernuftige muziek van Hodges.
mij=Progrock Records / Bertus