Ik weet niet precies wat Amerikanen nu bedoelen met alternatieve rock, maar Manchester Orchestra vind ik alles behalve alternatief. Zie hier mijn eerste gedachte als ik Cope voor de eerste keer beluister. Jawel, ik kom er snel achter dat ‘Manchester’ misleidend is in dit geval, de band komt toch echt uit Atlanta, en ik zie ook muzikaal geen verbanden met Britse rock. In een tweede Pavlov-reactie vond ik het album zelfs zo typisch Amerikaans dat ik de bandleden direct voor me zag staan met de benen weid en met grootse gebaren op de gitaar. Niks speciaals, aldus mijn derde gedachte. Een variant op het thema Nickelback of Green Day. De band is populair in Amerika, getuige ook diverse optredens in de Late Show with David Letterman, maar in Europa wil het nog niet vlotten, al doen ze binnenkort een korte tour in het Verenigd Koninkrijk. Na een paar draaibeurten moet ik zeggen dat het ook weer niet zo bar slecht is om dit album helemaal het graf in te schrijven. Zo bevallen sommige riff-partijen me wel degelijk op dit album (in het beste geval is het aardige punk/grunge) en zijn niet alle refreintjes zo flauw als op “Choose You”, “The Ocean”, “Trees” en “See it Again”. De zang van Andy Hull is even wennen, het lijkt ergens wel wat op Aestrid-frontman Bo Menning, maar het past ergens wel. Alsof je zeezout in chocolade stopt. Maar Cope is vooral te lijzig. Magere composities worden verhuld met stevige, maar te eenvoudige, gitaarriffs. (Prijsvraag tussendoor: waar doet dat riedeltje me toch aan denken aan het begin “All That I Really Want”?) Eigenlijk zijn de eerdere albums van Manchester Orchestra een stuk beter te pruimen, die zijn dynamischer, gelaagder en subtieler. Waarom de band deze weg op is gegaan vraag ik me dan ook af, maar op deze manier krijgen ze Europa niet aan hun voeten. Mij niet in elk geval.
mij=Seven Four
Mij dus wel 😀
Zo zie je maar. over smaak…ik vind het een verfrissend geluid en dito songwriting. Ik vind de songs juist gegroeid en over de gehele linie kwalitatief beter dan voorheen.