Met hun debuutplaat Bring’em In liftte Mando Diao handig mee op de successen van gelijkgestemde bands als The Strokes en The Hives. Gitaarbandjes deden het goed en ook voor de vier brutale Zweedse rockers leek er een veelbelovende toekomst in het verschiet te liggen. Het liep echter anders. Er verschenen nog drie albums, maar de band raakte enigszins in de vergetelheid en tot een echte doorbraak kwam het niet. Met het album Give Me Fire!, dat begin dit jaar verscheen, lijkt daar verandering in te zijn gekomen. De band werd opgepikt door 3FM en ook op Pinkpop deed de band het goed. In november is Mando Diao weer voor een tweetal, inmiddels uitverkochte, optredens in Nederland.
mij=Interview: Reinier. Foto's: Reinier
Politiek gedoe en personeelsverloop binnen de oude platenmaatschappij zijn de redenen waarom succes uitbleef, zegt zanger/gitarist Björn Dixgård. “Ons vorige label, EMI, heeft ons niet goed aan de man weten te brengen in Europa. Het was echt heel moeilijk om onze albums in Nederland en de rest van Europa uitgebracht te krijgen. Je kunt wel goede albums maken, maar je hebt ook iemand nodig die het fatsoenlijk uitbrengt,” verklaart Björn het uitblijven van het succes. Bassist Carl-Johann Fogelklou vult aan: “In het begin werkten we samen met mensen met wie we het heel goed konden vinden, maar toen kwam de grote crisis binnen de muziekindustrie. Op een gegeven moment werden de mensen met wie we samenwerkten ontslagen en uiteindelijk hadden we niemand meer waar we op konden vertrouwen. We kénden die mensen binnen het label niet eens meer.”
Kortom, het boterde al langere tijd niet meer tussen de band en het label. Als na het vierde album Never Seen The Light het platencontract afloopt, is dat bij uitstek de gelegenheid om definitief afscheid van elkaar te nemen en een nieuwe start te maken bij een ander label. De band neemt demo's op en gaat daarmee bij verschillende platenmaatschappijen langs. Uiteindelijk tekent de band bij Universal en begin dit jaar verscheen Give Me Fire!
Salazar Brothers
De breuk met EMI betekent ook een verandering in de muzikale richting. Terwijl Never Seen the Light wordt gedomineerd door akoestische gitaren, besluit de band voor Give Me Fire! van deze koers af te stappen en terug te keren naar de roots: ouderwets rocken met elektrische gitaren. De reden hiervoor is simpel volgens Björn: “Dat is min of meer spontaan gebeurd. Gustaf (de medeoprichter van Mando Diao) en ik schrijven de nummers op een spontane manier en hopen gewoon dat er goede melodieën of teksten in ons hoofd op komen. Dat materiaal nemen we mee de studio in en de rest van de band voelt meteen wat het nummer nodig heeft. Voor de nummers op dit album waren dat elektrische gitaren. Verder hebben we ons veel meer gefocused op de rol van de drums en basgitaar op dit album.” CJ: “We zijn heel erg geïnspireerd door R'n'B en Afro-amerikaanse cultuur. Als je naar die platen luistert, dan hoor je maar weinig akoestische gitaar. Het was dus vrij vanzelfsprekend om ze er deze keer eruit te laten.”
Voor de opnamen benadert de band producers Masse, Salla en Chepe Salazar, oftewel The Salazar Brothers. Een opvallende keuze, want de broers zijn vooral actief als producers van R ‘n ‘B, latin, hip hop en urban acts. Met het opnemen van een rockplaat hebben de Salazar Brothers geen ervaring, maar dat was volgens de band geen belemmering. Björn: “De chemie was van het begin af aan goed en het beloofde een interessante samenwerking te worden.” The Salazar Brothers waren ook degenen die het idee opperden om een plaat op te nemen met een meer zwart geluid. CJ: “We zijn al heel lang geïnteresseerd in de Afro-Amerikaanse muziek en cultuur, maar we waren huiverig om dat soort muziek te gaan spelen. We zijn een stel blanken en we kunnen lang niet zo hard grooven als een Afro-Amerikaanse band. We luisterden liever naar die muziek. Totdat de gebroeders Salazar in beeld kwamen en ons vroegen waarom we niet zulke muziek gingen maken als we die zo goed vonden. Toen we met hen gingen werken, werden de nummers meer en meer R'n'B, maar nog steeds met stevige wortels in de rock'n' roll.”
Mods Trilogy
Daarmee is Give Me Fire! niet alleen een album geworden dat flink rockt, maar is het ook nog eens een erg dansbare plaat geworden. Maar ondanks het dansbare en opbeurende karakter van de muziek, is het toch een donkere en melancholische plaat geworden, een socio-realistisch album, aldus CJ. Dat komt vooral naar voren in het titelnummer, dat samen met “A Decent Life” en “Crystal” een drieluik vormt over het leven van een junkie. CJ: “Het eerste van deze drie nummers, A Decent Life, is een cover van een Zweedse singer-songwriter. Dit nummer is gebruikt in een driedelige documentaire over twee verslaafde jongens in Stockholm. Het eerste deel van deze documentaire (The Mods Trilogy) is in de late jaren zestig gefilmd, als de twee hoofdpersonen nog jong zijn. In het tweede deel zijn ze behoorlijk messed up en kampen ze met hun heroïneverslaving. Een van de twee overlijdt aan een overdosis en het laatste deel van de documentaire laat zien hoe de ander probeert te overleven. Dat vonden we een inspirerend thema en dat komt terug in deze drie nummers.”
Duistere thema's
De duistere thema's op het album zijn niet alleen geïnspireerd door deze documentaire, ook de omgeving waar de studio is gevestigd en het jaargetijde speelden een grote rol. CJ: “We hebben het album opgenomen in een troosteloze buitenwijk van Stockholm, waar de Salazar broers hun studio hebben. De omgeving leek heel erg op het oude Oost-Berlijn en daar is de sfeer op de plaat ook door gevormd. Bovendien hebben we de cd ook nog eens in de winter opgenomen, in een periode dat we maar drie uur zon per dag hebben, als die er al is.”
Tot slot, de titel Give Me Fire! zou er op kunnen duiden dat de band enigszins is uitgeblust en dat het vuur nodig moet worden opgepookt. Björn beaamt dat de band altijd vuur kan gebruiken, maar met de drive om te spelen is nog steeds hetzelfde. Björn: “Ik denk niet dat iets of iemand die drive om muziek te maken kan wegnemen. We zullen altijd op de een of andere manier met muziek bezig zijn.” CJ: “We zijn op zoek naar perfectie, naar het perfecte album. Tegen de tijd dat we het perfecte album hebben opgenomen, is het tijd om verder te kijken, maar ik weet niet of het mogelijk is het perfecte album op te nemen. Tot die tijd is dat wel waar we naar op zoek zijn.”
Overigens is in juni Gustaf Norén opgestapt, een van de twee zangers van Mando Diao. Hij had het gehad met marktdenken, grote platenlabels en ouwe hits.
Ik heb hun laatste, AElita, nog niet gehoord. Schijnt een synthrockplaat te zijn die afwijkt van hun gebruikelijke ding, met een afschuwelijke hoes trouwens. https://en.wikipedia.org/wiki/%C3%86lita
Kolere! Ik heb in tien jaar File Under heel wat lelijke hoezen voorbij zien komen, maar dit is er een van de buitencategorie. Alsof iemand een twintig jaar oud grafisch programmaatje met een paar standaard-blingeffecten erin heeft opgeduikeld.