Je hebt van die bands die voorbestemd lijken voor het grote succes, en die het dan toch niet redden. Cherry Ghost is een goed voorbeeld. Het Britse antwoord op The National maakte met Beneath This Burning Shoreline een prachtalbum, dat vervolgens volkomen genegeerd werd. Matthew And The Atlas waagt in hetzelfde indiefolk-genre een nieuwe poging. Dit keer schat ik de kansen nog hoger in. Niet alleen klinkt de groep rond Matthew Hegarty in liedjes als “Pale Sun Rose” minstens zo broeierig als Cherry Ghost, ze hebben bovendien de instant meezingbare melodieën opzichtig aangelengd. Ze zijn niet voor niets vriendjes met Mumford & Sons. Dat roept dan wel weer een ander gevaar op: wellicht klinkt Other Lives net iets te bekend, zelfs voor de massa. Gelukkig gaat de band wel economisch te werk. De meeste liedjes halen heel bescheiden de vier minuten niet. Zo buitelen we van het ene in andere lekkere hitje. “Everything Dies” is pompeus melodrama van hoog niveau. Ik hoor de festivalweides wel meebrullen met een tekst als ‘you said everyone you know one day will surely die, but everything that dies in some way returns.’ Het daaropvolgende hoogtepunt “Nowhere Now” combineert het strafste eighties-refreintje met de onvermijdelijke banjo. ‘I heard it on the radio’, bromt de zanger. En hij zou zomaar eens gelijk kunnen krijgen.
mij=Communion/V2
4 reacties