Het leven van een recensent gaat niet over rozen. Zo wordt hij of zij soms gedwongen te luisteren naar cd’s waar hij of zij helemaal geen zin in heeft. Of gewoon niet voor in de stemming is. En dan krijg je, naast een rare recensie, ook rare conclusies. Zo schreef ik over de nieuwe cd van Maxon Blewitt het volgende: “Maxon Blew-itt.” Godver, hoe diep kan een mens zinken? Ik leek verdorie Seth Gaaikema wel! Nu is File Under een hele bureaucratische organisatie. Dat had u vast niet gedacht, maar het is zo. Zo hebben we een afdeling voor recensenten met een burnout. Die afdeling zit helaas niet op een mooi eiland voor de kust van Zuid Amerika maar in Zwolle. Alsof dat helpt. We hebben ook een afdeling voor recensenten uit minder bedeelde gebieden, we hebben een afdeling voor koffiejuffrouwen en we hebben een afdeling die de kwaliteit bewaakt. En onze Opperdespoot, maar goed, die is een afdeling op zich. Maar die afdeling die de kwaliteit bewaakt riep me op het matje: “Jij gaat even een weekje niks luisteren. En dan schrijf je een nieuwe recensie. Begrepen? Want de Seth Gaaikema uithangen, dat kan echt niet. Rare aap!” Aldus geschiedde. En zo kon het dus gebeuren dat ik nóg een keer naar Maxon Blewitt zat te luisteren. En tot de conclusie kwam dat de gitarist van Zita Swoon best een heel leuk ceedeetje gemaakt heeft. Goed, het lijkt soms een beetje op Zita Swoon, het lijkt soms een beetje op G. Love en zijn Speciale Saus maar is dat erg? “Nee!” klonk het vanuit de koffiekamer. Nee dus, dat is helemaal niet erg. Dat is zelfs heel erg fijn.
Ben ik blij dat ik geen last heb van een burn out 🙂 Anders was ik de rest van de wereld. Oh, ik mag’em nu ook wel goed vinden. Da’s fijn 🙂