Lang aan een project werken leidt vaak tot overgeproduceerde gedrochten. Zo niet bij Mecca. In 2002 debuteerde deze band van zanger Joe Vana, met een plaat waaraan onder andere Fergie Frederiksen, Bobby Kimball en (als songschrijver) Jim Peterik meewerkten. In 2006 begon Vana aan de opvolger die nu pas in 2011 uitkomt. Voor de songs heeft Vana samengewerkt met de Scandinavische songwriters Christian Wolff en Tommy Denander, die ook op het album meespelen. De leden van de liveband, die allen ook op het album meespelen, zijn voor mij volstrekt onbekende namen, met Joe Vana’s zoon Joey als gitarist. Des te opmerkelijker is het dat de uitvoering werkelijk vlekkeloos is. Vana’s songs zitten vooral in de hoek van Pride Of Lions, Toto en en Mr. Mister, dat wil zeggen mid-tempo galmers, afgewisseld met de onvermijdelijke ballads. Dat Vana de stem heeft voor dergelijk materiaal wisten we al, maar uitvoering en productie zijn ook uitmuntend. Het is niet allemaal dichtgestopt met toetsen en echo, nee, er zit ademruimte in de songs die ervoor zorgt dat het materiaal hedendaags klinkt. In de uitvoering dan hè, want de songs zijn jaren tachtig tot in het diepst van hun vezels. In het genre is het echter een van de betere platen van het jaar. Niet alleen omdat de songs stuk voor stuk van hoge kwaliteit zijn, maar ook omdat niet krampachtig wordt geprobeerd alles in een mal voor AOR-songs te proppen. Is een uitgerekt tussenstuk beter? Dan komt dat er. Is een langere solo gewenst? Dan is de solo langer. Daarmee is er ook ruimte voor Westcoast-achtige rock, popelementen en fraaie details die je niet elke dag op een AOR-plaat tegenkomt. Vana mag dan lang over z’n platen doen, ze zijn wel het wachten waard.
mij=Frontiers/Rough Trade
4 reacties