Michael Carpenter / Brendan Benson

Michael Carpenter - Redemption #39Michael Carpenter wacht al verdomd lang op loon naar werken. Hij is ondertussen aan zijn achtste cd toe, maar het lukt hem maar niet om op te krabbelen tot een plek in de spotlights. Ik had eigenlijk verwacht dat zijn vorige plaat Rolling Ball het balletje wel aan het rollen zou brengen voor hem, maar het succes bleef uit. Da’s behoorlijk onverdiend, want de man laat met Redemption #39 wederom horen dat je voor kekke powerpop in de breedste zin van het woord bij hem echt wel aan het goede adres bent. De stem van Carpenter is met de jaren wat meer op die van Tom Petty gaan lijken, maar dat vind ik zelf geen minpunt. Al zijn liedjes ademen namelijk puur vakmanschap uit en bevatten bijna altijd wel zo’n fijne eigenwijze powerpop draai of gouden koortje. Al kan hij zich natuurlijk in een meer recht-zo-die-gaat honky tonk-track als “Workin’ For A Livin'” of in een met waterige Wurlitzer-klanken opgesierde ballade als “Don’t Let Me Down Again” ook prima redden. Overigens is het geluid van deze nieuwe cd wel wat ongepolijster dan die van zijn voorganger. Da’s best raar als je weet dat Carpenter ruim twee jaar heeft gesleuteld aan Redemption #39. Normaal levert dat vaak een meer smooth geluid op, maar nu blijft die valkuil kloeke tracks als “Can’t Go Back” en “The King Of The Scene” bespaard. Die laatste is overigens een bijzondere mashup van Queen en Jellyfish. Hopelijk krijgt deze vakman snel eens loon naar werken.
Brendan Benson - My Old, Familiar FriendLoon naar werken heeft mede powerpopper Brendan Benson ondertussen wel gehad. Ik was erg verbaasd dat hij zomaar in eens op een plaat en het podium stond met Jack White als zijnde de Raconteurs. Ik wist al wel dat White een zwak had voor Benson, maar dat ze samen een band zouden beginnen, dat had ik echt niet verwacht. Het doet me deugd dat Benson gewoon verder gaat het uitbrengen van cd’s onder eigen naam, want zo hoor ik hem toch het liefst. My Old, Familiar Friend is ondertussen zijn vierde. Hierop borduurt hij op zijn dooie gemakkie verder waar hij met The Alternative To Love gebleven was: goudeerlijke powerpop met een hele dikke knipoog naar zijn helden Lennon en McCartney (“Gonowhere” had zo op een Wings-plaat gekund) en Big Star. Lekker compact gebundeld in tien liedjes. Af en toe dendert er wel een herinnering aan Raconteurs doorheen, maar die neem ik wel op de koop toe. Dat retrorockrandje dat broeide waarschijnlijk al wel langer onderhuids bij Benson, dus ik kan moeilijk verwachten dat hij dat nu, onder eigen naam opererend, opeens weer onderdrukt. De glorieuze powerpop overheerst namelijk en daar gaat het mij om. Vooral van die lekkere koortjes kan ik geen genoeg krijgen. Hopelijk lukt het Benson met deze goede cd dan ook om met een complete band op tournee te gaan. Dan komen zijn liedjes veel beter tot hun recht dan wanneer hij zijn liedjes met slechts twee man sterk ten gehore brengt zoals in 2005. Of dat gaat lukken zal ik in november wel zien als hij hier weer langs komt.


mij=Big Radio / Import & XL / V2

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven