In de bijna 35 jaar dat ik de muziek van het folkrockduo Indigo Girls al op de voet volg is de naam Michelle Malone vaak langsgekomen. Ze komt uit hetzelfde deel van Amerika, het zuidoosten rondom Atlanta, Georgia, en Malone was vaak als muzikant te gast op één van hun albums. Vreemd dus dat haar eigen muziek geheel langs mij heen gegaan is. Na deel uitgemaakt te hebben van de bands Drag The River en Band De Soleil ging Malone solo. 1977 is alweer haar achttiende solo-album. Zoals de albumtitel doet vermoeden ademt de muziek de sfeer van de late jaren zeventig. 1977 was het jaar dat Malone voor het eerst een gitaar oppakte en dat was het begin van haar muzikale carrière. De vibe van westcoast singer-songwriters en Fleetwood Mac-achtige pop klinkt door in de tien songs. Opener “Not Who I Used To Be” klinkt als Fleetwood Mac in hun Rumourstijd, evenals afsluiter “Daggers”. In de tussenliggende songs maakt Malone de balans op en verwoordt dit in persoonlijke en verhalende songs. Ze is geboren, getogen en geworteld in de staat Georgia (“Georgia Made”) en staat stil bij degenen in generaties voor haar (“Dust Bowl Man”, “Buck Knife Man”). In “Know My Name” kaart ze aan dat je met roze haar en tattoos apart gevonden wordt maar dat we deep down allemaal even eenzaam en alleen zijn. In “River Song” zingt Indigo Girl Amy Ray een fijne tweede stem mee in een song over het leven van alledag die aangenaam voorbijglijdt. Michelle Malone noemt 1977 ‘a sunday morning album’. Ik zou het niet beperken tot die ene ochtend. 1977 is een album vol introspectieve overdenkingen, gegoten in tien lome liedjes die het prima doen aan de randen van de dag wanneer het stil(ler) is.
SBS Records
File: Michelle Malone – 1977
File Under: Mijmeringen
File Facebook: [Michelle Malone op Facebook]
File Twitter: [Tweets van Michelle Malone]