Elk jaar zie ik Motorpsycho minimaal een keertje live, maar op de een of andere manier kwam het daar vorig jaar niet van. Het is de vraag of het dit jaar nog wel lukt, al gaat de maatschappij nu steeds sneller wat verder open. Een beetje jaloers zag ik dat de Noorse band recent al wel weer voor publiek in Trondheim optrad, overigens zonder Reine Fiske, die wel aan dit album heeft meegewerkt. Kingdom of Oblivion bestaat dan eigenlijk ook uit restmateriaal, opgenomen in de Black Box Studio in Frankrijk in 2019, waar ook de nummers van The All Is One uit 2020 (met uitzondering van “N.O.X.”) waren opgenomen. Dat moet een goede sessie zijn geweest toen, als je zomaar even een dubbelalbum vol materiaal overhoudt, al is het een en ander vorig jaar pas afgemaakt en uitgebreid. Ik had niet gedacht dat er zo snel alweer een plaat uit zou komen in elk geval. Ja, de band is altijd enorm productief geweest, maar gaat dat niet een keer ten koste van de kwaliteit? Goede vraag in dit geval. Zelfs de verstokte fans zetten daar nu wel minimaal een klein vraagtekentje bij. De nummers zouden wat minder bij de Gullvåg-trilogie (de vorige drie albums) hebben gepast. In eerste instantie zou het zelfs de bedoeling zijn geweest om een stevige hardrock/stoner-plaat te maken, maar hebben ze later meer folk-georiënteerd materiaal toegevoegd. Misschien zijn een aantal rustpunten op het album juist goed voor de afwisseling, maar hier en daar lijkt het album in een drassig moeras van vergetelheid te zakken. Opener “The Warning (pt.1 & 2)” lijkt nog wel op eerdere rock-kneiters van de band, met een lekker uptempo beat, aardige koorzang, snedige gitaarsolo’s en vol van smaak. Okay het lijkt op eerder spul, maar soit, dit past naadloos in een live setlist. “Kingdom of Oblivion” zelf is stoner/psych-achtig met herkenbare Motorpscyho-riffs en gitaarwerk, alleen past hier de melodie van de zang niet echt lekker. Beetje gruizig en bedompt nummer ook. Dat kan (iets) beter, zoals het aan Black Sabbath refererende “The United Debased”, met rond 4:30 ineens een ander ritme, misschien ook een dansmomentje voor de heren, zoals op het oude “Mountain”. Alleen houdt dit nummer de aandacht uiteindelijk niet helemaal vast. In dit setje nummers degelijke en typische Motorpsycho-nummers past ook nog “At Empire’s End” dat op zich ook aardig uitgewerkt is en mooi schakelt van stevig naar mooi ingetogen. Het instrumentale tussenstukje in het midden vind ik ook wel tof. Uiteindelijk voelt het nummer wel wat te lang aan en te vrijblijvend aan. Het album wordt pas echt uitdagend bij hoogtepunt “The Transmutation Of Cosmoctopus Lurker”, met stevige fuzzy stoner en prog. Opwindender dan dit vind je het niet op dit album, ongetwijfeld ook live een beest van een nummer. Zet dat tegenover de rustpunten op het album en je moet je best doen om daar niet in slaap te vallen, neem de instrumentale stukken “Atet”, “After The Fair” en “Cormorant”. “Cormorant” lijkt meer een onuitgewerkte sfeerschets waarin nog zang zou moeten worden ingepast. Nou goed, door nadere bestudering kan nog wel waardering worden opgebracht voor wat andere uit het oog en oor springende zaken. Neem het folk(lore)-achtige “The Hunt” met echt prima zang en aardige jaren zeventig klinkende Mellotron of dwars(e) fluit. Of neem “The Watcher”, dat je harder op je koptelefoon moet zetten anders valt het niet eens op. Het is een cover van Hawkind eigenlijk, maar dan ingehouden en met een duistere sfeer en ondergedompelde zang. Beetje vreemde eend in de bijt hier, gemaakt door de band voor bij de korte film “Pulsator” (getoond op het Minimalen short film festival in Trondheim vorig jaar). “Dreamkiller” heeft dan ook nog wel een heerlijk volle uitstraling in het (instrumentale) middenstuk en is aan de randen mooi ingehouden. Dat zou misschien live nog verder uitgerekt kunnen worden tot epische proporties. Wie weet. Maar over het algemeen is het op deze plaat zoeken naar dit soort hoogtepunten en die zijn ook na meerdere luisterbeurten beperkt en nogal verspreid over het (te lange) album. Het valt ook op dat de nummers met Reine Fiske beter zijn uitgewerkt en logischerwijs ook wat rijker van kleur en smaak. Het is jammer dat Motorpsycho op de laatste albums wat vaker restmateriaal lijkt te verwerken. Je zou het een heel stuk kunnen indikken. Maar goed, hier en daar biedt het wel weer extra voer voor optredens. Wie weet verrassen ze dan wel weer met zo’n gaaf uitgerekte versie waarin tot in de hemel wordt gejamd. Wat dat betreft stelt Motorpsycho live zelden teleur, maar Kingdom of Oblivion is ondanks een paar hoogtepunten geen memorabele plaat geworden. Meer is niet altijd beter dus, maar daarentegen is het ook meer dan niets. De Noren zijn creatief gezien in elk geval nog lang niet opgedroogd.
Stickman
File: Motorpsycho – Kingdom of Oblivion
File Under: Zoeken in de restjes
File Social: [Facebook] [Instagram] [Twitter]