Zou Neil Cowley het zelf als een compliment zien als de muziek die hij maakt met zijn trio ‘jazz voor Radiohead-fans’ genoemd wordt? Ik denk het niet, maar als ik luister naar hun nieuwe cd Radio Silence, dan snap ik de link eerlijk gezegd niet altijd. Aan de ene kant heeft de het trio op Radio Silence wel hetzelfde soort bokkige grillen als Radiohead ook met grote regelmaat heeft in zijn songs, maar het is ook weer niet zo dat Radiohead hier als enige patent op heeft. Aan de andere kant zou ik Thom Yorke best eens tekeer willen horen gaan in een song als “Vice Skating”. De dynamiek van de song zou zich uitstekend lenen voor een “Everything In It’s Right Place”-achtige zanglijn. Sowieso komen Neil Cowley, Richard Sadler (bas) en Evan Jenkins (drums) niets tekort als het om dynamiek in hun songs gaat. Hun jazz kiest allesbehalve voor het lome, voorspelbare en gemakkelijk naar binnen glijdende, maar ook niet voor de piep-knor-variant, maar schippert heen en weer tussen de twee. En dat is best prettig. Zo is het titelnummer best smooth, maar in de zes minuten die het duurt variëren de drie bandleden, zonder van de hak op de tak te springen, zoveel dat er geen moment komt waarop je in slaap dreigt te kakken. Centrale spil hierin is het pianospel van Cowley die als een jong veulen langs de drums en bas van zijn twee kompanen dartelt die hem als groepsoudsten proberen te leiden en te sturen.
Amos Hoffman is lijkt in eerste instantie ook redelijk traditioneel. Goed, de Israëlische gitarist kiest op Carving dan wel niet voor een vast trio, zijn sound is in het openingsnummer toch zeker Nick Vollebregts Jazzcafé waardig. Zijn gitaarloopjes zijn in het openingsnummer “Monique” smooth, helder en voorspelbaar, de bijvallende dwarsfluit, volgt hem als een trouwe loebas en doet netjes wat zijn baas voorschrijft. Dat wordt een lange zit, dacht ik. Maar dat blijkt uiteindelijk gelukkig mee te vallen. Gelijk het volgende “Brown Sugar” laat hij zijn gemakkelijke gitaarklank los en kiest voor de traditionele Oud om zijn snarenkunsten te vertolken. Dat geeft zijn songs gelijk een hele andere dimensie. Voeg daarbij de sprankelende percussie van Itamar Doari en je waant je in een keer helemaal niet meer in Laren, maar in het Midden-Oosten. De afwisseling tussen gitaar en Oud en Westers en Oosters houdt je vervolgens scherp genoeg om geboeid te blijven luisteren naar Carving, waarbij ik Oosterse songs zelf het meest boeiend vind. Toch kan ik moeilijk ontkennen dat Hoffman in ingetogen en gloedvolle “A Minute To Smell The Flowers” zich een meester toont in het cool and collected bespelen van zijn elektrische gitaar, maar ik houd er nou een keer meer van dat ze buiten de lijntjes kleuren dan er binnen.
mij=Naim Jazz / Rough Trade & Razdaz / Rough Trade
ben Hoffman aan het ontdekken as we type – heeft toch wel wat gave dingen gedaan zeg – kolere!
@vonx: je zult mij ook niet horen klagen over zijn manier van spelen. dat kan ‘ie aardig. maar af en toe iets minder veilig, dat had ik wel prettig gevonden.
ik kan hele cheesy gitaarjazz stiekem erg waarderen…. 🙂
Ik zal het verder tegen niemand zeggen vonx 🙂