Almere. Lelystad. Emmeloord. Joure. Heerenveen. Leeuwarden. En dan tenslotte toch Groningen. Twee uur hard meezingen vanaf mijn voordeur vond afgelopen zaterdag Noorderslag plaats. Noorderslag, dat is traditiegetrouw een volle parkeergarage, ijzige kou en bier. Heel veel bier.
Maar laat ik bij het begin beginnen. Het eerste bekende gezicht dat ik zag toen de vriendelijke mevrouw achter de persbalie me binnenliet was dat van Jan Douwe Kroeske. Jan Douwe, zo mag ik hem vast wel noemen, had de eer een heuse Essent Award uit te reiken in een zaaltje dat vol leek te zijn.
mij=Door: George. Foto's: ook!
Leek te zijn want na enig gewurm, het leek Paradiso wel, bleek het voorin de zaal helemaal niet vol. Want voorin de zaal bleek één of andere idioot tafeltjes neergezet. En stoelen. Wat is dat toch? Welke imbiciel bedenkt er toch elke keer dat je in een zaal op een festival tafeltjes en stoeltjes neer moet zetten? Want het gevolg is altijd en overal dat er een hele boel mensen niet naar binnen kunnen of niks kunnen zien. Zo ook in deze TuneTribe Zaal. Slechts weinigen konden zien dat Stevie Ann een Essent Award kreeg van Jan Douwe en eigenlijk niet zo goed wist wat ze nu moest doen. Dat ze vertwijfeld naar haar bandleden keek. “Spelen dan maar?”, zo leek ze te vragen. Spelen dan maar! En oh ja, Jan Douwe? Wil je nu dan weer van mijn podium afgaan? Ja maar! Ja, mijn podium. Hop Jan Douwe. Wegwezen!
Kleine Paradijsvogel Stevie Ann, na deze avond de gelukkige bezitter van een heuse Essent Award én een Zilveren Harp, deed wat ze goed kan: goudeerlijke liedjes, overgoten met een country-sausje zingen. Het mooie van Stevie Ann is dat ze lijkt te geloven wat ze zelf zingt en dat is mooi, dat is goed, dat is fijn maar ik krijg er elke keer weer een EO Jongerendag gevoel bij. Het is me allemaal iets te veel “niets aan de hand” muziek. Helaas denkt de rest van het publiek daar anders over en duw en trek ik me een weg naar buiten, de TuneTribeZaal uit. Ik kom er ook niet meer terug, thuis heb ik ook tafeltjes en stoeltjes. En dan nog: twaalf februari staat ze in Paradiso. Daar hebben ze vast geen tafeltjes en stoeltjes en luidsprekers die er voor zorgen dat een groot deel van het publiek het knappe toetje van Stevie Ann niet kan zien.
Ergens halverwege de TuneTribe Zaal en de 3FM zaal, raak ik de weg kwijt in het doolhof dat Noorderslag heet. Maar gelukkig is daar de lokroep van de “Flamingo”, “het Voordeel van Video” en kan ik Spinvis zelfs in de binnenlanden van Kenia nog blindelings vinden. En bevind ik me dus even later voor het podium waar Spinvis vanavond zijn donkere kant laat zien. Weg is het understatement, weg de zachte glimlach. Daarvoor in plaats ziet het publiek iets dat ik niet anders kan omschrijven als pure agressie. Spinvis en band rocken er stevig op los en het is eigenlijk wel eens fijn, deze agressieve Spinvis. Enige mindere noot: “Ronnie Gaat Naar Huis”. Dat nummer vraagt om iets meer ingetogenheid dan de zaal wil horen. Maar ingetogenheid is volgens mij ook dan wat anders dan Erik kan leveren, vandaag. Geeft niks, voor de dertiende keer Spinvis gezien dit jaar. En voor de dertiende keer kippenvel. Prachtvol.
Het nadeel van Spinvis zo vroeg op de avond is dat de avond dan nog zo lang duurt. Maar waar Eurosonic een Duitse inslag had dit jaar leek Noorderslag wel een Groningse inslag te hebben. Op naar Meindert Talma dus, en zijn Negroes. Zou Meindert nog steeds op zijn studentenkamertje wonen, vraag ik me af als hij het fantastische “Rummenigge” inzet. Ik denk aan de Sportschau waar mijn vader naar alle waarschijnlijkheid nog steeds elke zaterdag kijkt. Ik zie Meindert zijn hand in zijn broek steken en dan is het genoeg. Weg hier, een masturberende Talma is iets teveel van het goede. Op naar At The Close of Every Day.
Frontman Minco Eggersman drumt, zingt en babbelt met het publiek zonder contact te maken. En het zal aan mij liggen, maar ik vind het zo moeilijk om van At The Close of Every Day te gaan houden. Vastgeklonken in de Groningse klei ontdoen Minco en zijn vrienden hun muziek die op plaat nog wel iets dromerigs heeft van al haar geheimzinnigheid en dat vind ik geen goed ding. Je zou willen dat hij iets geks doet, je zou willen dat hij eens het experiment aanging, je zou willen dat je weg kan dromen bij zijn muziek maar Minco lijkt te willen zeggen: Fuck it. We zijn hier wel in Groningen. Maar dan klimt daar opeens Spinvis weer op het podium om “Hellend Vlak” mee te zingen en dan is het daar: mysterie en muziek. Het kan dus toch. Als het nummer afgelopen is maak ik me uit de voeten, vlug, voor het te laat is. Voor het mysterie weer verdwenen is.
De uitreiking van de Popprijs betekent gooien met bier en ook daar is niks mysterieus aan. Voor de fotografen voor het podium betekent het dat je, zodra je je plaatje geschoten hebt, snel moet bukken en hopen dat je niet de volle laag krijgt. Het lukt me maar matig, ik had gehoopt dat die gozer van het NOS Journaal met die grote camera me wel enigszins dekking zou geven maar uiteindelijk druipt mijn haar van het bier. Wat moet je doen om de prijs te winnen, vraagt een Belgische fotograaf me. Ik moet bekennen dat ik geen idee heb. Within Temptation wint de Popprijs en tienduizend euro en dat is leuk voor ze, ik zie niemand die zich er druk om maakt. Misschien wint Blof hem volgend jaar, zegt een meisje achter me. Misschien koopt Sharon er een nieuwe jurk van, brul ik in haar oor. Haar vriendje grijpt haar bij haar borsten en moet dat bekopen met een scheldkannonade. Het bier zit niet alleen in mijn haar, zo constateer ik. En Blof won die prijs al eens, meisje.
Ergens bovenin de Grote Zaal zoek ik een stoel op. En ga zitten. Ik babbel wat met collega-scribenten en kijk om me heen. De zaal loopt vol en wacht. Waarop eigenlijk? Ik bekijk het programmma. Racoon. Ah. Racoon. Verras me, bedenk ik me. Als ik vier nummers later weer naar buiten ren en me afvraag waar de Sky Radio riedel tussen de nummers door was bots ik bijna tegen Jan Douwe op. Hij weer. Jan Douwe, Racoon, Sky Radio. Ik ben niet verrast, de cirkel is rond. Vertwijfeld zoek ik het toilet op en bedenk ik me waar ik nu eens heen zal gaan. Is er nog redding?
Ik weet het niet meer. Ik hang aan de tafel en wacht. Om me heen wordt iedereen steeds dronkenerder en misschien is dat wel de beste gemoedstoestand om deze Noorderslag door te komen. Ik wil spannende dingen zien, ik wil dingen zien die ik niet ken. En ja, ik geef toe: het moet me wel aan komen waaien vandaag. Ik wil niet dringen, ik wil niet vechten om een plekje. In de 3voor12-zaal is het zo druk dat ik niet eens meer naar binnen wil. Als ik alleen al naar de kelder kijk waar gevochten wordt om binnen te komen dan hoeft het allemaal van mij niet meer.
Dan springt er een mannetje met een voetbalshirt op het podium in de Grolsch foyer. En wat is dat fur een vies mannetje? De jongens van De Jeugd van Tegenwoordig bouwen een feestje en zorgen er voor dat ik even later met een hele grote glimlach in de auto zit. Leeuwarden. Heerenveen. Joure. Emmeloord. Lelystad. Ergens bij Almere draai ik het autoraampje open: Watskeburt! roep ik heel hard. Watskeburt? Ik heb geen idee.
Dit is precies Noorderslag zoals ik het heb beleefd. Realistischer dan de recensie in de Volkskrant! Mooie zinnen ook.
Je had gewoon in Joure moeten stoppen.
In Paradiso staan de laatste tijd ook soms tafeltjes en stoeltjes. :[