Hè jammer, komt Norman Palm toch gewoon uit Denemarken. Ik dacht even dat een Noord-Amerikaan aan de slag was gegaan met de Scandinavische popschool, een omkering van de normale gang van zaken. Het had gekund want opener “Start/Stop” klinkt kek als The Hidden Cameras; catchy met subtiel klapperende ritmes en een nasale stem. Daarna is het echter vooral Loney Dear wat op Shore To Shore de klok slaat. Ietsje minder hoog gezongen misschien, maar ook Norman moet het uit de tenen persen. Indiepop-peinzingen over liefdesverdriet, maar wel op een opgewekt groove, met vaak een kickdrum op iedere tel. De melodieën mogen niet al te origineel zijn, dat wordt grotendeels goedgemaakt door aparte instrumentatie-keuzes. Steel drums en andere exotische percussie hoorden we een tijdje terug al bij Moon & Sun en worden ook hier weer een paar keer op verrassende wijze ingezet. In het midden van het album grijpt het rustpuntje vol dilemma’s “WDYD?” me het meest aan. ‘What do you do when two are glued together? What do you do, do you leave them or cut them apart? One can’t be without the other, and one will break the others’ heart.’ Daarna wordt ruim baan gegeven aan galmende synthesizers en lijken de echt goede ideeën op. Geeft weinig, we spacen kalmpjes richting repeat-knop, om de meer fijnbesnaarde eerste plaatkant nog eens te beluisteren.
mij=City Slang / Konkurrent
2 reacties