´Muziek die je leuk vindt, hangt vaak ook samen met de emotie die je leuk vindt´, aldus een achtergrondstuk in het jonge Belgische muziek/kunst-internetblad Ruis. En de emoties van Ogre, de zelfdestructieve frontman van Skinny Puppy, lijken niet zoveel te veranderen over de tijd. Zijn pauzeproject OhGr klinkt even naar, duister en klagerig als Skinny Puppy zelf, maar bepaald niet dansbaar. Door de vele noisy industrialstukken (o.a. “Typer”) en samples van telefoongesprekken (o.a. de 911-call bij de dood van Michael Jackson) is het geen eenvoudig te behappen plaat. Aantrekkelijke muziek had ik er ook sowieso niet op verwacht, maar interessanter werk toch wel, hij is tenslotte een pionier geweest. Door teksten in het openingsnummer als ‘Who do I have to fuck? I don’t know’ zet je de standaard al vanaf het begin laag. Gelukkig dat het meedeinerige “Nitwitz” verderop nog volgt, maar daar blijft het dan bij. Ik stond er dus nogal van te kijken dat deze cd in het Duitse tijdschrift Sonic Seducer gemiddeld het hoogste cijfer van de maand kreeg (een 7,95; ver boven In Flames en Autokratz). De redacteuren daar waarderen de melodie ten opzichte van OhGr’s vorige werk, de kleinere afstand tegenover grote broer Skinny Puppy en de ‘agressie’ in de zang. Ik hoor het niet, en ik houd het liever bij Skinny Puppy zelf. Maar ja, ik ben dan ook misschien wat ontwikkelder.
mij=Metropolis
4 reacties