Ik durf best toe te geven dat ik vaak op recensies af ga. Ik lees alles wat los en vast zit op het gebied van popmuziek en gitaarrock, en als ik dan een laaiend enthousiaste recensie tegenkom ben ik altijd benieuwd. Via zo’n jubelrecensie, dit maal eentje van René Vanes in de Aardschok, kwam ik op het euvele idee om de gok maar weer eens te wagen en de cd maar te bestellen. Puur op basis van de review. En dat was in dit geval helemaal geen slechte zet. Sterker nog, in weken ben ik niet meer zo verliefd geweest op een CD. Wat kunt u verwachten van Open Hand? Hoewel ze op een hardcore/emo-label zitten, Trustkill in dit geval, hoeft u in elk geval geen echte huilpunk te verwachten maar eerder een soort stoner-emo-indie-amalgaam. Van het hoogste kaliber, dat zeker. Alsof de jongens van QOTSA een middagje zijn gaan stappen met de Foo Fighters en Far. En vervolgens na een midddagje seventieshardrock draaien naar de oefenruimte gingen om het zelf eens te proberen. Zanger Justin Isham heeft een prettig dromerig stemgeluid, de melodieen zijn slepende psychedelische schedelklevers en de gitaren, tsja, die zijn zwaar. Loodzwaar maar bluesy. Zoals Soundgarden in haar Badmotorfinger-dagen en Kyuss in haar Sky Valley periode. Maar Open Hand is daarnaast ook erg catchy. En het allermooiste vind ik dat de nummers kort en pakkend zijn. Het principe Don’t bore us get to the chorus. En met zoveel pracht op een schijfje kan het ook niet anders en ben ik overstag gegaan.
mij=Trustkill
Dank je wel Marty! ‘T is altijd prettig om te lezen dat een bandje als Open Hand écht een geweldige plaat heeft afgeleverd en dat het nut van recensies er nog wel degelijk toe doet.