Opeth is niet vies van een beetje retro
Het festivalpubliek zal de afgelopen zomer zijn teleurgesteld in Opeth. Er lag een nieuw album klaar voor release dat inmiddels uit is, maar de band weigerde om nieuw werk te laten horen. ‘Ik zal een noot voor jullie spelen’, zei Mikael Åkerfeldt tegen het publiek in Kopenhagen (17 juni). Hij slaat een snaar aan en laat het daarbij.
‘Stel dat we slecht spelen, dat het geluid niet goed is of gewoon dat iemand het opneemt met een belabberde telefoon’, zegt hij later. ‘Mensen hebben dan drie maanden voor de release alweer een mening.’ Misschien ziet de geestesvader van Opeth de bui al hangen. Want het nieuwe album van zijn band zal hoe dan ook de tongen losmaken.
mij=Interview: Vincent.
Ook dit interview met Åkerfeldt, eind juni in Amsterdam, mag pas rond de release van Heritage worden gepubliceerd. Waarom toch zo moeilijk doen? ‘We willen een beetje rebelleren tegen de stroom van informatie die mensen tegenwoordig maar verwachten’, legt Åkerfeldt uit. ‘Ik vind het helemaal niet cool om elke dag video-updates te moeten geven vanuit de studio. “We zetten nu de drums neer, ik heb een nieuw bekken, het is erg mooi, en de snaren van mijn gitaar klinken zo: plonk-plonk-plonk.” We hebben alle interviewaanvragen afgeslagen. Ik denk dat veel mensen niet eens wisten dat we in de studio zaten.’
Åkerfeldt is zich ervan bewust dat de tijden voorbij zijn waarin je op de dag van de release naar een platenzaak ging om een album te halen. Ook de platenmaatschappij heeft zo zijn wensen. ‘Soms moet je inderdaad even bukken. Maar ik wil de campagne rond dit album in ieder geval niet starten op YouTube. Zo goedkoop. Maar goed, dat is vast hoe het uiteindelijk wel zal gaan.’ En inderdaad, in september verschenen de eerste uitgelekte tracks van Heritage al op de videosite.
Geen grunts
Dat er op Heritage geen death vocals meer staan is ondertussen algemeen bekend. Åkerfeldts diepe grunts hebben het veld moeten ruimen. ‘De muziek is leidend in welke zangstem ik gebruik. En dit keer was er geen plek voor ze.’
Wie het album echter zonder voorkennis opzet, zal zichzelf betrappen op een verwachtingspatroon. Toegeven, de vorige plaat Watershed (2008) begon ook al met een akoestisch nummer. Maar bij Heritage begint het pas ergens halverwege echt door te dringen: zouden er geen grunts meer komen? Zijn ze helemaal gek geworden? ‘Mensen denken dat ze ons kennen op basis van een paar platen. Ze denken te weten wat onze stijl is, maar in werkelijkheid weten ze alleen wat tóen onze stijl was. Als je ons verleden bekijkt, is het niet superonlogisch dat we een album als Heritage zouden maken.’
Zo’n verwachtingspatroon vindt Åkerfeldt overigens niet erg. ‘Ik zou het verontrustender vinden als je zei: “Ik had het meteen door”. Eerlijk gezegd zou ik daar pas echt mee zitten.’
Verbetering
Dat zijn zangstem nu een volledig album moet dragen, betekent niet dat Åkerfeldt daar actief aan is gaan werken, integendeel. Verder dan zingen in de douche gaat zijn oefening nog steeds niet. ‘Maar volgens mij zit er wel verbetering in. Een paar albums terug was ik nog niet zo goed als nu, in technisch opzicht dan. Ik heb meer controle over mijn stem en durf het aan om er meer trucjes mee uit te halen.’ En als je het technisch bekijkt, is Åkerfeldt inderdaad wel een beetje uitgekeken op zijn grunts. ‘Ik kan het niet extremer maken dan het al is.’
‘Ik luister nu veel naar klassieke zangers zoals Roger Waters en Ronnie James Dio. Niet dat mijn zang bij die van hen in de buurt komt, maar als je dan toch een voorbeeld zoekt, kan dat maar beter gelijk de beste zijn. Als ik exact dezelfde stem had als Roger Waters, man, ik zou fucking blij zijn.’
Verzameling
Heritage is in zeker zin een verzameling van alles wat Åkerfeldt heeft beïnvloed. ‘Toen ik 19 was dwaalde ik al af van de extreme metal. Terwijl we toen eigenlijk pas net met Opeth begonnen en juist in die hoek werden geplaatst.’
‘Begin jaren '90 struinde ik de platenzaken af, op zoek naar de albums die me zo hebben geïnspireerd voor Heritage. King Crimson bijvoorbeed, het album In The Wake Of Poseidon (1970). Ik hield altijd al van de meer avontuurlijke songs. Die bands gaven me wat ik in de extreme metal miste. En daarbij was het zo goedkoop dat ik er hele ladingen van kon kopen.’
Een beetje retro
De invloeden zijn op verschillende plaatsen in Heritage duidelijk terug te horen. Zo duikt er in “Famine” plotseling een fluit op. ‘Ik dacht: ‘Misschien moet ik eens wat van mijn oude helden opbellen’. Die gast van Focus bijvoorbeeld. En ik heb Ian Anderson van Jethro Tull geschreven. Maar uiteindelijk gingen we aan de slag met Björn J:son Lindh, een Zweeds icoon die al sinds de jaren zestig albums maakt en als sessiemuzikant werkt.’
‘Die riff in “Famine” heeft wel iets weg van Black Sabbath. Ik wilde er nog een laag op hebben, maar om de een of andere reden wilde ik er niet doorheen zingen. Dus stuurde ik Lindh de demo en zei: ‘Speel hier maar iets leuks overheen, wat dan ook.’ Hij vroeg: ‘Is dat niet een beetje retro?’ Maar dat is cool. In mijn vocabulaire is retro geen vies woord.’
Ook het instrumentarium wordt ‘een beetje retro’. Er wordt onder meer een mellotron uit de kast getrokken. ‘Die heb ik zelf bespeeld voor “Famine” en “I Feel The Dark”. Puur voor het produceren van geluidjes, want dat kan je ook niet echt verkloten. Voor de moeilijkere stukken heb je toch echt een goede toetsenist nodig, zoals Per Wiberg.’
Het echte werk
Sinds Watershed maakt Åkerfeldt gebruik van zijn thuisstudio en Pro Tools om nummers te schrijven. De technische mogelijkheden in het schrijfproces leiden tot een nog beter eindproduct. ‘Als ik een demo maak, wil ik dat die al klinkt als een album. Ik steek daar dus veel tijd in. Elke drumslag, elke ‘ghostnote’, alles zit erin tot aan het kleinste detail. Dat is wat ik uiteindelijk aan de band laat horen. Dus als we het dan nog gaan verbeteren, wordt het pas echt fucking goed.’
Wat maakt dan nog het verschil tussen zo’n perfecte demo en het album? ‘Simpel: het zijn allemaal plugins. Het album, dat is het echte werk. Het mooie aan bijvoorbeeld de mellotron is dat die functies heeft die je met software niet kunt bereiken. Het pitchwiel en de schakelaar voor halve snelheid zorgen ervoor dat het geluid klinkt als uit de hel.’
‘Ik wilde ook dat dit album menselijk zou klinken. Dus je hoort geluiden. Krakende stoelen, iemand die hoest of een scheet laat. Metal-cd’s klinken tegenwoordig niet meer menselijk en ik hou niet van die steriele aanpak. We hebben het wel gedaan op vorige albums en dat paste daar bij, maar dit keer wilde ik dat het echt klinkt alsof mensen het hebben ingespeeld.’
‘Een demo kan ik verkloten. Ik gooi zo’n stuk dan gewoon weg en begin opnieuw. Maar in de studio is dat gevaarlijk. Je blijft bezig en hebt uiteindelijk een cd in handen die je niet echt hebt gespeeld. Bij ons werd er dit keer niet geknipt en geplakt. We moesten gewoon gelijk goed spelen.’
Teksten
Met de muziek klaar, wacht alleen de tekst nog. ‘Weet je, ik hoef niet zo nodig iets te zeggen. Maar omdat ik zing, heb ik nu eenmaal tekst nodig. En als ik dan een tekst schrijf, moet die ook goed zijn. Om dat te bereiken moet ik tegenwoordig over iets persoonlijks schrijven. Het zou fantastisch en heel bevrijdend zijn als ik gewoon kan schrijven over die tram die nu voorbij rijdt. Maar om een goede tekst te schrijven moet ik dingen uit mijn leven aanroeren die ik eigenlijk met rust wil laten.’
Of de teksten van Heritage gepubliceerd gaan worden weet Åkerfeldt nog niet. Voor Watershed werden ze alleen in code gedrukt en moesten fans ook nog eens beide uitgaven van het album hebben om die code te kunnen kraken. ‘Voor Heritage twijfel ik nog. Misschien printen we ze wel, misschien ook niet. Om eerlijk te zijn, we hebben zo’n prachtig lettertype ontdekt. Eigenlijk zou het zonde zijn om dat niet te gebruiken.’
4 reacties