Klassiek en neoklassiek heb ik eigenlijk altijd al wel kunnen waarderen. Ondanks dat mijn vader stapels klassiek had – en draaide – heb ik nooit de behoefte gehad om me daar tegen af te zetten. Ik betrap me er wel op dat ik sinds een tijdje wel meer in die hoek aan het luisteren ben dan naar pop, rock, etc. Als een hijgend hertje achter de zoveelste kutgroep uit Engeland aanlopen was sowieso nooit mijn ding, maar de interesse voor alles wat hip zou moeten zijn lijkt alleen nog maar verder af te nemen. Dat ik op klassiek gebied hier ook geen last van heb is dan misschien ook best logisch. Toch lijkt daar op dit moment meer muziek te zitten die mij beroert dan in de pophoek. Vier recente voorbeelden om dat te bevestigen.
Poppy Ackroyd is een klassiek geschoolde pianiste die met Feathers eind vorig jaar haar tweede album uitbracht, dat in Nederlands bijna geheel is genegeerd. Volstrekt belachelijk vind ik dat. Als je haar moet plaatsen, dan zou ik haar tussen Nils Frahm en Hauschka willen zetten. In een deel van haar tracks kiest ze voor het experiment zoals Hauschka dat graag mag uitvoeren, in andere blijft ze dicht bij de melancholie van die kleine andere sympathieke Duitser. Maar waar Hauschka nog wel eens doordraaft met zijn experimenteerdrift kiest Poppy altijd voor een richting die niet geforceerd voelt. Da’s een dikke pré. Zo kiest ze veelvuldig voor uitdagende ritmes en manieren om deze vorm te geven (hameren op het klankbord van de piano werkt perfect), maar het past altijd in de content. Voeg daarbij wonderschone klanklandschappen zoals in het titelnummer “Feathers” en je gaat al snel op in een wonderbaarlijke klassiek omgeving. Het hoogtepunt zit overigens verscholen aan het eind van het album: “Birdwoman”. Een track waarin ze me met opgenomen wind en golven(?), tokkelende strijkers en soepele pianolijnen in een andere wereld brengt, waar een oase van rust heerst.
Ólafur Arnalds mag je ondertussen wel een gevestigde naam noemen in neoklassiek land. Misschien is hij zelfs wel de bekendste. Normaal gesproken ‘doet’ hij vooral eigen werk, zoals de meesten in de popmuziek. Maar in de klassieke muziek is er natuurlijk zo’n enorme backcatalogue om uit te putten dat het heel normaal is om een project te doen rond één componist. Dat Arnalds kiest voor Chopin is niet heel raar. Chopin is toch wel een beetje de koning van alle neo-klassiekers. In eerste instantie was ik dan ook een beetje teleurgesteld dat Arnalds niet iets verder keek dan zijn neus lang is en ons op onbekendere componisten brengt. Aan de andere kant: liefhebbers van Arnalds zouden best ook wel eens niet verder kunnen kijken dan hun neus lang is en Chopin volkomen hebben genegeerd tot nu toe. Dan is er wel sprake van een rake keus. Bovendien heeft Arnalds nog wel een leuk geintje uitgehaald door tussen de tracks van Chopin zijn eigen paaseieren te verstoppen die niet alleen een ongetraind oor er niet zomaar tussenuit pikt. Daarnaast heeft hij er samen met pianiste Alice Sara Ott voor gekozen om niet te streven naar de perfecte (al snel klinisch klinkende) studioopname van de tracks, maar de stukken op te nemen op verschillende plekken en piano’s en met microfoons die ook gericht zijn op de pedalen en en die zelfs het kraken van de pianokruk waar Ott op zit en haar ademen laten horen. Het geeft The Chopin Project de juiste extra touch om binnen de enorme hoeveelheid Chopin-vertolkingen op te vallen.
Lavinia Meijer kruist juist de andere kant op. Zij flirt veelvuldig met popmuziek door een eigen draai te geven aan bekende tracks. Ik weet nog goed hoe het publiek opveerde tijdens Cross-Linx toen zij haar versie van Radiohead’s “Karma Police” vertolkte. Ook op een harp een geweldig nummer overigens. Ik had stiekem gehoopt dat gezien de titel van haar nieuwe album (Voyage) ze me weer zo zou verrassen. Voyage blijft echter in één land: Frankrijk. Zo komen Debussy en Satie langs, maar kiest ze ook voor werk van Tiersen. Het is wel mooi om te horen hoe het overbekende “Gymnopédie No.1” van Satie klinkt als het op een harp gespeeld wordt. De vederlichte speelsheid die het nummer op piano zo mooi kan hebben blijft prima behouden in haar vertolking. Al ben ik meer onder de indruk van “Comptine d’Un Autre été: l’après-midi”. Deze Yann Tiersen-track komt zo, solo gespeeld op de harp, fantastisch uit de verf. In drie nummers krijgt Lavinia gezelschap van het Amsterdamse Sinfonietta. Dan moet Meijer wel wat meer vechten voor haar plek (in je eentje tegen een dik twintig koppen tellend orkest is niet altijd gemakkelijk), maar uiteindelijk triomfeert ze ook in Debussy’s “Danses sacree et profane” op verbluffende wijze.
Ook pianist Chilly Gonzales heeft er al vele flirts opzitten met popmuziek. Zo werkte hij samen met Daft Punk, Feist en Jarvis Cocker, maar leende hij zijn “Never Stop” ook uit voor een commercial voor Apple’s iPad 2. Op zijn nieuwe cd Chambers zat voor mij de verrassing aan het einde. In “Myth Me” zingt Gonzales namelijk. Of ik dat nou zijn beste kant vind, mwah, nee dus. Had Ben Folds (daar lijkt het een beetje op) die track laten zingen en ik had ’em fantastisch gevonden. Maar goed, daarvóór heb je al elf formidabele nummers van Gonzales’ hand gehoord, dus misschien moet ik gewoon niet klagen. Hij mag zich dan misschien laten verleiden tot kolderieke strapatsen als een Guinness Book Entry voor het langste soloconcert ooit (27 uur!), Gonzales heeft natuurlijk vooral een verfijnde hand van componeren en spelen. Dat kan ondertussen geen geheim meer zijn en dat laat Chambers ook prima horen. Samen met een strijkkwartet put hij voor zijn tracks vooral inspiratie uit kamermuziek, maar af en toe een knipoog naar popmuziek (check “Sample This”) kun je moeilijk missen. Erg mooi is “Advantage Points”, dat met hakkende strijkers begint, maar daarna tot twee keer toe langzaam verstilt, bijna zonder dat je het merkt. Of het daarop volgende “Sweet Burden”, dat een romantische inborst heeft die moeilijk te weerstaan is. Na de eerste draaibeurten had ik nog een voorkeur voor zijn Solo Piano-werk, maar na een vele draaibeurten kan ik niet anders concluderen dat strijkers het geluid van Gonzales alleen maar versterken.
mij=Denovali & Mercury Classics/Universal & Sony/Bertus & Gentle Threat