Zo, 1 april is weer voorbij en we kunnen weer serieus aan de slag. Nou ja, serieus, Pretty Maids is natuurlijk wel een pretrockband van het zuiverste water. Geen pretenties, geen diep-filosofische boodschap, het is gewoon rechttoe rechtaan rocken op Motherland. Ze zullen nooit tot de eredivisie gaan behoren, maar net daaronder spelen ze een heel verdienstelijke rol. Daarbij komt er nogal wat voorbij dat op andere bands lijkt zonder dat je ze van jatwerk kunt beschuldigen. Op dit album heb je bijvoorbeeld nogal eens het idee dat ze vooral naar Def Leppard hebben geluisterd (“Sad To See You Suffer”) maar dat is dan wel weer zo goed gedaan dat Def Leppard zelf sommige van hun albums er wat beter mee had kunnen maken. Helaas zitten er traditioneel zit er ook weer wat zeperds tussen, zoals deze keer vooral “Why So Serious?”, dat qua compositie bar weinig voorstelt. Behalve sommige composities stelt vooral de productie wat teleur. De toetsen worden nog al eens ver naar voren gezet, waardoor het voor Pretty Maids-begrippen wel érg bombastisch is. Het niveau van voorganger Pandemonium wordt daarmee niet gehaald en dat is jammer.
De La Cruz brengt met Street Level het debuut uit en ze laten horen dat ze goed naar de eighties hairmetalbands hebben geluisterd. Het klinkt op de braafste momenten als Poison Of Ratt en op de wildste (nou ja…) momenten als Mötley Crüe. Het meest verrassende aan De La Cruz is dat ze niet uit de Verenigde Staten komen, maar uit Australië. Daar hebben ze immers een traditie in no nonsense hardrock en niet in hairmetal. Je merkt dat hairmetal niet in het Australisch DNA zit. De heren doen alles uit het boekje, maar door presentatie, songs, productie en titels als “S.E.X.”, “Cherry Bomb”en “Girls Go Wild” heb je voortdurend het gevoel dat ze vooral street credibility veinzen. En dan krijg je zoiets als haute couture hairmetal: het ziet er verzorgd uit, maar je gaat je er nooit lekker in voelen.
mij=Frontiers/Rough Trade
4 reacties