Wie in een paar dagen tijd een natuurgetrouwe dwarsdoorsnede van 35 jaar indierockgeschiedenis wil ondergaan, kan jaarlijks op het festival Primavera Sound in Barcelona terecht. Ondanks een door de crisis flink teruggeschroefd budget zijn de voortekenen ook dit jaar weer veelbelovend. Nick Cave & The Bad Seeds, Blur, Wu-Tang Clan en Animal Collective zijn ditmaal grote namen. Het reüniegehalte ligt weer hoog dankzij oudjes als My Bloody Valentine, The Jesus and Mary Chain, Dexys (die van de Midnight Runners ja) en Dinosaur Jr. Meer recente namen zijn er ook, variërend van James Blake tot Tame Impala en van Beyoncés hippe zusje Solange tot de Londense postpunk van Savages.
mij=Door: Lukas.
Laatstgenoemde band mocht op donderdag als een van de eersten aantreden. De vier vrouwen brachten eerder dit jaar hun debuutplaat Silence Yourself uit, die vooral opvalt door de snerpende, geselende zang van zangeres Jehnny Beth. De geest van Siouxsie was ook op het podium in Barcelona nooit ver weg. Het songmateriaal van de jonge band is echter te goed om van een rip-off te spreken. Met de onweerstaanbare introriff van de eerste single She Will heeft Savages nu al een festivalanthem in huis. Het Londense kwartet kwam met een aangenaam opgebouwde set postpunk. De minutenlang aanhoudende riff halverwege werkte in de Spaanse zon simpel maar doeltreffend. Reden van het intermezzo was een defecte gitaarversterker, maar de daardoor noodzakelijke jam met gitaar en bas pakte verrassend goed uit. Temeer daar Savages verder live nog weinig extra’s bracht ten opzichte van de plaat. Maar dat lijkt dus puur een kwestie van durf en komt vanzelf als de band nog wat rijpt.
Het Australische Tame Impala is al hard op weg om een hoofdact op dit soort festivals te worden. Na het enthousiast ontvangen InnerSpeaker bestendigden ze hun succes dit jaar met hun tweede plaat Lonerism. De zomers aandoende psychedelische rock kwam bij ondergaande zon prima tot zijn recht, maar ook de band uit Perth lijkt de durf nog te missen om buiten de lijntjes van het studiowerk te kleuren. Dat is jammer, want ze bewegen zich in een genre dat zich daar bij uitstek voor leent.
Primavera Sound programmeert traditioneel ook een paar hiphopacts. Dit jaar springt de komst van Wu-Tang Clan natuurlijk het meest in het oog, maar wekt de komst van Killer Mike meer verwachtingen. De dikbuikige rapper timmert al zo’n vijftien jaar aan de weg, in de eerste jaren vooral via gastbijdragen bij onder meer OutKast. Pas vorig jaar brak hij met R.A.P. Music zelf door als albumartiest. En op het podium deed hij juist wat Savages en Tame Impala nalieten: er écht een feestje van maken. Na een paar keiharde raps stond het zwaargewicht uit Atlanta bijna met tranen in zijn ogen op het podium. Omdat hij zo dankbaar was dat wij allemaal voor hem gekomen waren. Vervolgens fulmineerde hij weer boos in de microfoon dat hij blij is dat Ronald Reagan niet meer leeft, terwijl zijn DJ Trackstar met een vals grijnzend Reagan-masker over het podium kronkelde. Waarschijnlijk komt hij later dit jaar nog met compagnon El-P naar Nederland. Gezien ook diens live-reputatie belooft dat veel goeds.
Op het Pitchfork-podium maakte de ene dikbuik vervolgens plaats voor de andere. Maar waar Killer Mike zijn shirt nog aan hield, stond frontman Pink Eyes van punkband Fucked Up al tijdens het eerste nummer in zijn blote bast, met meters aan microfoondraad om zijn hoofd gewikkeld. Dat was meteen een van de laatste keren dat hij op het podium stond, want de rest van het optreden vertoefde hij tussen het publiek. Dat was zeker een paar nummers leuk, maar veel geschreeuw was hier uiteindelijk toch weinig wol. Pink Eyes was nauwelijks verstaanbaar, en de weliswaar strakke sound van zijn band was niet onderscheidend genoeg om memorabel te worden.
Als afsluiter stond Animal Collective weer eens op een van de twee hoofdpodia. De band sloot twee jaar geleden nog het festival af met een grotendeels instrumentale dj-jam. Ditmaal ging de band in al zijn veelzijdigheid meer voor de liedjes, maar dat bleek – ook gezien het tijdstip – een mindere zet. De af en toe virtuoze samenzang was prachtig, maar de set was veel te veel midtempo voor het tijdstip tussen drie en vier uur ‘s nachts. Pas bij het hitje “My Girls” en de heerlijke afsluiter “The Purple Bottle” danste het publiek vooraan met overtuiging de opkomende vermoeidheid weg.
4 reacties