Rond Queensrÿche zijn heden ten dage de stekeligheden over en weer prominenter in het nieuws dan muzikale prestaties. En dan is de rechtszaak over wie de naam Queensrÿche mag gebruiken, Geoff Tate of Michael Wilton, Eddie Jackson en Scott Rockenfield, nog amper begonnen. Gevolg is dat er kort na elkaar twee Queensr&yche-albums uitkomen, om het nog maar eens ingewikkelder te maken. Geoff Tate was zijn oud-bandmaatjes voor en won met de release van Frequency Unknown de eerste slag. Maar de zinloosheid van dat geruzie was ook uit te tekenen. Veel fans hebben partij gekozen voor dat ándere Queensrÿche en hun mening over dit album was vooraf al gevormd. Zo zag ik ergens een rant waarin iemand het had over louter onbekende gastmuzikanten als Chris Poland, Paul Bostaph en Dave Meniketti op dit album. Tuuuuurlijk! Chris Poland zat nooit in Megadeth, Paul Bostaph drumde nooit bij Slayer en Testament en Y&T’s Dave Meniketti kan ook amper gitaarspelen… Gemakshalve vergat de schrijver bovendien Judas Priests K.K. Downing, King’s X’ Ty Tabor en Night Rangers Brad Gillis, die óók meedoen. Tate zelf was overigens ook niet handig. De afkorting van de titel, FU (Fuck You, dus), wordt met de vuist voorop genant prominent gebracht en door de haast met het uitbrengen van dit album is de productie erbij ingeschoten, waardoor er al een geremixte versie van het album in het vooruitzicht is gesteld. Kortom, het album was al be- en veroordeeld voor het uit was. Maar hoe is het nou echt? Beide zwaar bekritiseerde voorgangers, Dedicated To Chaos en Kings & Thieves, belandden bij mij in het jaarlijstje. Het waren vooral progalbums, met een waanzinnig goede sound. Met dit album doet Tate een poging de metal-Queensrÿchefans aan zich te binden. Ik zal het kort samenvatten: dat is mislukt. De eerste helft van het album bevat matige composities die in uitvoering en productie gelijke tred houden. “Slave” is daarin een dieptepunt qua creativiteit. Producer Jason Slater mag op “Dare” zelfs een thereminsolo (!) claimen. Slaggitarist Craig Locicero (Forbidden) kan me niet echt overtuigen en ook de drums missen inventiviteit, met name als sessiedrummer Evan Bautista achter de drumkit zit. Pas wanneer Tate de progmetalhoek ingaat wordt het weer echt interessant. Vanaf de vijfde track, “In The Hands Of God”, is het materiaal dan ook een stuk beter te pruimen, mede omdat vanaf daar Bostaph de drums bemant. Aan het eind van de Special Edition worden vier klassiekers nog eens dunnetjes overgedaan: “I Don’t Believe In Love”, “Empire”, “Jet City Woman” en “Silent Lucidity”. Dunnetjes inderdaad, want voorzover ze afwijken van de originelen is het alleen maar minder. Zoals de strijkers-uit-een-doosje van Randy Gane op “Silent Lucidity”, die niet eens in de buurt komen van het machtige geluid van het orkest van Michael Kamen op het origineel. Tate heeft op Frequency Unknown geforceerd geprobeerd fans terug te winnen. Het geluid is daarbij maar een deel van het probleem. Hij kan beter doen waar hij goed in is en waar zijn hart ligt, in de progressievere hoek. Begraaf de strijdbijl en verdeel de boedel, daar wordt iedereen beter van. Maar iets zegt me dat het geruzie nog jaren gaat duren…
mij=Deadline Music / Cleopatra
@Prikkie: Wanneer komt de recensie van die “andere” Queensryche? Ik ben ben benieuwd of je mening overeenkomt met de mijne en veel media.
@Prikkie: Wanneer komt de recensie van die “andere” Queensryche? Ik ben ben benieuwd of je mening overeenkomt met de mijne en veel media.
Eddy: Die komt binnenkort. Ik heb de cd nog niet in huis. Dat mijn mening overeenkomt met andere media is overigens geen vanzelfsprekendheid. Dedicated To Chaos eindigde bij mij hoog in het jaarlijstje. 😉