Alles wat producer Kevin Shirley aanraakt lijkt in goud te veranderen. Niet zo'n gekke gedachte dus van Mascot om hem te koppelen aan Beth Hart voor haar poging tot een welverdiende Amerikaanse doorbraak en voor de wederopstanding van de Robert Cray Band. Nou ja, Cray en z'n mannen hebben al die jaren stug doorgemusiceerd, maar commercieel was het geen enorm succes meer. Misschien is de Nederlandse Wikipediapagina wel tekenend: op één regeltje na houdt de biografie op aan het begin van de jaren negentig en de tekst is in de verleden tijd gesteld. Het is waar, de enige song die de meesten van hem kunnen noemen is “Right next door (Because of me)”, van het album Strong Persuader. En toch, het hitparadesucces mag dan iets van het verleden zijn, in de Verenigde Staten is hij nog steeds een bluesartiest van formaat, In Nederland is hij een naam uit het verleden, ver achter de Bonamassa's van deze wereld. Voor mijn gevoel doet de bluesrock het dan ook stukken beter in Nederland, waar Robert Cray een vrije softe soort traditionele blues speelt en bovendien een meer soulvolle stem heeft. Als er dan nog flink wat blazers bijkomen (bijvoorbeeld in bij “I'll Always Remember You” ), weet je dat ook Nothin But Love waarschijnlijk geen enorme verkopen gaat halen. Aan de ene kant niet hip genoeg, aan de andere kant niet hard genoeg. Maar doe toch even de moeite om naar het album te luisteren. Het draait om het gitaarwerk en dat is wonderschoon. Noem het de bluesvariant van Santana. Met één levensgroot verschil: waar Santana een inspiratieloze schim is geworden van de gitaarheld uit het verleden, is bij Robert Cray de liefde voor de blues volop hoorbaar. Het traditionele bluesgeluid staat steeds op de voorgrond in mid-tempo songs met mooi opgebouwde solo's, zorgvuldig gespeeld zonder dat het clean en kil wordt. Opmerkelijk is ook de fraaie, preciese toonvorming van Robert Cray, die des te beter hoorbaar is doordat er heel weinig met effecten gewerkt is. Ondanks dat het bijna allemaal mid-tempo is, is de variatie volop aanwezig. Kevin Shirley heeft niet geprobeerd het geluid van de Robert Cray Band te veranderen, hij heeft het vooral open en helder gehouden. Na de fijne openers “(Won't Be) Coming Home” en “Worry” ben je alleen maar blij dat je er nog acht voor de boeg hebt. Lekker! Cray laat horen dat hij heel wat meer is dan een soort Kenny G op bluesgitaar. Veel meer.
mij=Mascot
4 reacties