Het is geen schande als je nog nooit gehoord hebt van Roy Brown. Wel zonde. Want hij is één van die vele jump-bluesgiganten, bluesshouters en rhythm & blueshelden die vrijwel niemand zich nog herinnert. Platenmaatschappijen zaten blijkbaar op grotere sterren te wachten (Elvis moest zijn status nog veroveren). Bovendien hadden deze zangers en zangeressen ongetwijfeld nog een nadeel: ze maakten race-music.De zaaltjes waar Roy Brown optrad moeten gek geworden zijn van de man, opgejut door de vunzige teksten, opzwepende stem en intense voordracht van de voormalige crooner. In de beginjaren van zijn carrière zag Roy Brown zich niet als blueszanger. Toen het bandlid dat normaliter de bluesvocalen deed ziek werd, nam Roy Brown de honneurs waar. Het leverde een fenomeen op. Een ondergewaardeerd en relatief onbekend fenomeen, maar meer dan de moeite van het herontdekken waard. De Spaanse schatgravers van El Toro hebben de tracks die Roy Brown opnam voor het King label tussen 1953 en 1955 bij elkaar gezet op een schijfje. Een aantal sessies voor het Imperial-label zijn als bonus toegevoegd, maar het zwaartepunt ligt op prachtige vertolkingen van “Old Age Boogie”, “Grandpa Stole My Baby” en het hysterische “Laughing But Crying”. Het krakende en spetterende vinyl dat soms wel erg duidelijk de bron van deze tracks is, staat nauwelijks in de weg. Integendeel, het helpt alleen maar om de opgewonden sfeer in één van die oude juke-joints op te roepen.
mij=El Toro / Bertus