Zeg dat Sammy Decoster de liefdesbaby is van Johnny Cash en Alain Bashung, en mensen beginnen wat moeilijk te kijken. Country in het Frans? Quoi?! Toch klinkt Sammy, geboren in de Frans-Belgische grensstreek, alsof hij met kalfsleren laarzen ter wereld kwam op de achterbank van een Chevy Impala. Met een alpino-pet op, dat wel. Want hoewel de wind huilt, de banjo tokkelt en de bas in galop gaat, is Tucumcari toch ook een heel Franse cd. Dat ligt aan de manier van zingen, dat huilerige is toch meer chanson dan country. “Dernier rendez-vous” is een duidelijk voorbeeld, de sfeer neigt meer naar natgeregende kinderkoppen dan stoffige saloon. Bashung kon die koppeling ook zo mooi maken – al kan Decoster aanmerkelijk beter zingen dan de betreurde Bashung. Hij keert zijn donkere hart binnenste buiten in de kreet-om-hulp “Je Partirai Me Suicidier a Hawaii”, en wurgt zijn gitaar in “L’Exil”. Sammy doet één nummer in het Engels, en gek genoeg werkt dat totaal niet. Dan wordt het modaal, gezichtsloos haast. Die mooie donkere stem hoort in het Frans.
mij=Universal