Ik dacht altijd dat ik aardig op de hoogte was van het reilen en zeilen in post-rock land. Blijkbaar zat ik even te dutten bij het verschijnen van Saxon Shore‘s vorige albums waaronder het bij nader inzien (leve de internets!) prettige The Exquisite Death of Saxon Shore uit 2005. Daarin stond ik geloof ik in Nederland niet alleen, want ik las er nergens wat over. Dat maak ik nu dan maar gedeeltelijk goed door ruim aandacht te schenken aan hun tweede cd It Doesn’t Matter. Want da’s weer een fijne post-rock-plaat. Bij de eerste track “Nothing Changes” was ik na de eerste minuten in eerste instantie bang dat het een clichématige post-rockplaat zou worden. Je weet wel: langzaam toewerken naar een almaar culminerende geluidsmuur en die dan na zes minuten weer een stille dood laten sterven. Inderdaad: er verandert niets. Toch werkt het thema van het nummer al snel de indruk dat er meer in het vat zit. En in het volgende “Thanks For Being Away” schept de band ruimte voor meer waterkleurige softe post-rock zoals The Album Leaf dat ook zo mooi maakt. De cello-achtige gitaarpartijen in combinatie met de klaterende counterpart doen de rest. En zo krijgt elk nummer op “It Doesn’t Matter” wel een draai die boeit. Zo is er net voor de helft in “This Place” in eens een vrouwenstem (Caroline Lufkin) die je bijna Cranes-achtig op je gemak stelt met d’r dromerige zang die je doet afdrijven richting de geisers van Sigur Rós. Misschien niet wereldschokkend vernieuwend, maar de vorm waarin Saxon Shore haar muziek giet is prachtig om bij weg te dromen. Of om eens een schrijnende sneeuwjacht op te zoeken.
mij=Broken Factory