Ze zijn niet makkelijk te traceren, de goede jonge Nederlandse symfonische rockbands. Ze sneeuwen wat mij betreft veel teveel onder bij de door bijvoorbeeld 3FM-benoemde eendagsvliegen. Terwijl er toch echt wel bijzonder interessante bands te vinden zijn die met een beetje push het best ver zouden kunnen brengen. Neem bijvoorbeeld Schizoid Lloyd. Deze twintigers uit Haarlem wonnen niet voor niets in hun hometown in 2007/8 al de Rob Acda-award. En dat gebeurde krap na oprichting. Met de gewonnen geldprijs namen ze met Oscar Holleman achter de knoppen hun EP Virus op. Deze laat nog eens goed horen hoe donders veel talent deze vijf hebben. Oké, het is nog geen Opeth (duidelijk de dichtstbijliggende referentie, al zijn er veel meer klassieke invloeden waarneembaar dan bij deze Scandinaviërs), maar het songmateriaal heeft dezelfde gave om complex te zijn, maar toch behapbaar te blijven. Minpuntje vind ik hooguit nog de zang van Remo Kuhlmann en de drums die niet helemaal lekker in de mix staan. Maar daar staat zoveel interessants op muzikaal gebied tegenover dat je het slechtst een kwestie van tijd lijkt voordat ze in de hoek van symfonische rock een bekende naam worden. Misschien zelfs wel een grote gezien bijvoorbeeld de eigenwijze draai die de band geeft aan het gebruik van toetsen in het afsluitende “Nothing Left”. Dat komt vast goed.
Bij My Own Army durf ik dat niet zo stellig te zeggen. Ik heb het idee dat de band heel graag iets origineels wil doen, maar het nog niet echt durft om het een ep (laat staan cd) lang te laten horen. Her en der op Throw Away The Silence denk ik: ‘Hè, dit is koel!’ Voor het gros blijven ze mij teveel hangen in de hoek van de alternatieve rock en dan met name de grunge. En dan gaat vooral de stem van Herman de Kok me naar verloop van tijd irriteren als ik niet op pas. Die klinkt namelijk als Dinand die Eddie Vedder probeert na te doen. Dat compenseer je niet zo maar even met een paar mooie liedjes. Daar moeten hele goede (en liefst originele) liedjes tegenover staan. En daar grossiert My Own Army nu nog niet heel erg dik in. Wel zijn ze sterk in het schetsen van donkere contouren en niet bepaald positieve energie. Vrolijk worden van een bij tijd en wijlen Alice In Chains-achtige track als “Breaking Bones” of het wat meer op Tool-leest geschoeide “Second Hand Mother”, dat zit er namelijk niet in. Als My Own Army in de toekomst iets gewaagder (en misschien houdt dat in hun geval wel poppier in) uit de hoek durft te komen, dan zie ik nog wel een rolletje voor ze weg gelegd. Nu is er wel het talent, maar is het onderscheidend vermogen te klein.
mij=Eigen Beheer & Eigen Beheer
My Own Army een paar keer live gezien…. wat een goede band! Echt een Nederlandse band om trots op te zijn. Hard, donker en wat een zanger. Sorry, ben het totaal niet eens met deze recensie. Ze moeten juist niet poppy gaan, dat doen al zo veel andere bands. Ze passen in het genre bij bijv. My Favorite Scar.