Van alle soulzangeressen die de afgelopen jaren (al dan niet: opnieuw) furore maakten, heb ik misschien wel het meest een zwak voor Sharon Jones. Niet omdat ze de meest expressieve of diepgaande stem heeft of omdat ze bij live-optredens het zaalvolume gedempt durft te houden, niet vanwege haar bewogen leven – ze is net weer terug nadat ze kanker heeft overwonnen – en zelfs niet vanwege de (onmiskenbaar aanwezige) kwaliteit van haar nummers. Maar vooral vanwege haar begeleidingsband. Het huisorkest van haar label Daptone Records klinkt diep en vet en opwindend, precies zo als het hoort. En bovenal: haar stem past precies bij het geluid van de fenomenale muzikanten die haar begeleiden. Ze werkte met Michael Bublé (dat vergeef ik haar graag), Beck, Rufus Wainwright en Lou Reed, maar het is de sound van The Dap-Kings die ze nodig heeft. En dat is de verantwoordelijkheid en het meesterschap van bassist, producer en liedjesschrijver Bosco Mann. Analoog, warm en met een precies gevoel voor hoe het moest in de jaren zestig, weet hij Sharon Jones naar grote hoogten te stuwen.
mij=Daptone Records / V2