De kaartjes lagen al sinds november 2019 in de virtuele la te wachten op de daadwerkelijke uitvoering. Ook Sonic Whip ging twee jaar lang niet door vanwege de bekende redenen. In 2020 zou het festival voor het eerst (net zoals Soulcrusher) twee dagen lang plaatsvinden in het fijne Doornroosje in Nijmegen, met bands als Causa Sui, Acid Rooster, Dhidalah, Somali Yacht Club, The Cosmic Dead, Bonnacons Of Doom, Kadavar en Masters of Reality. Dat ging dus niet door, maar sommige namen uit 2020 zien we wél terug op het affiche van dit jaar, zoals Sacri Monti, Brant Bjork (met Stöner), MaidaVale, Rotor en 1000mods. Het is een goed weerzien met dit ‘Desertfest Nijmegen’, met op deze editie opvallend veel stoner-bands (veel meer dan op Roadburn) en bands uit Noorwegen. ‘Sonic Whip, het meerkoppige rock-monster dat scheurende gitaren combineert met dampende baslijnen, beukende drums en andere sonische, psychedelische uitspattingen’, aldus de wervende tekst van de organisatie en natuurlijk was dat weer twee dagen feest voor lichaam en geest. Doorgaans was het geluid weer uitstekend en het bier goed. Prijzig bier, dat wel natuurlijk, en met een wat lastig statiegeldsysteem voor (ook) echte glazen en flesjes. En we misten wat speciaalbier (zoals van Oersoep of een flesje witbier) in de zalen zelf, maar in het café hadden ze meer en de speciaalbierbar bij de kleine zaal was ook wel weer goed (en lekker prijzig). Nou goed, we hebben er ook voor kunnen sparen. Het was dus volop genieten van dit soort prima bands, amper twee weken na Roadburn.
Vrijdag
Sonic Whip is dus twee dagen dit keer, waarvan de eerste dag niet uitverkocht is. De eerste van vele Noorse bands is Kal-El, dat mag aftrappen in de grote zaal om 16:00 op vrijdagmiddag. Dat is een lastige opgave als de zaal nog mager gevuld is en iedereen broodnuchter in de zaal staat. Lome fuzzy psychdoom/stoner met dikker riffs (uiteraard), omgeven door melodieuze zanglijnen. Je mag ook meezingen. ‘We play sexy heavy music’, aldus de frontman, die de boel gezellig opjut en ook wel snapt dat het nog vroeg is. Ik moet nog even wennen aan het wat wollige en bassige geluid, maar dat heb je ook eerder in een grote zaal als dit. De zanger doet enthousiast zijn best, zijn zang lijkt ergens wel wat op de zang van Ozzy Osbourne of Dave Wyndorf (Monster Magnet), maar heeft wat moeite met de hogere noten. Wat geeft het. Veel goede zangers vind je niet op het festival. Veel bands zijn ook gewoon instrumentaal en dat is prima.
Supersonic Blues daarna in de kleine zaal komt gewoon uit Den Haag en heeft de eer om zowel op dit festival als op Roadburn te staan dit jaar. Wat dat betreft is er weinig overlap (is dat afgesproken werk of toeval?). In 2019 waren ze nog een verrassingsact in het Skatepark, dit jaar stonden ze dus officieel op het affiche en dat resulteerde in een prima show in een goed gevulde Hall of Fame. Dat gaat dus goed. Vandaag bouwen ze wat traag op voor mijn gevoel, maar dan komen de lekkere solo’s en fijne melodieuze stukken. Voor fans van Taste, Grand Funk, Sabbath en Hendrix. Het is een wat korte set en het had van mij allemaal wat meer uptempo gemogen, maar het uitgesponnen stuk tegen het einde smaakt toch wel weer naar meer.
Het is niet te doen om alle bands helemaal te zien en dat gaat ten koste van Sacri Monti, maar met gevulde maag staan we toch weer in de kleine (paarse) zaal voor Have Blue, heavy psych garage-rock uit Duitsland. Dit is van het toegankelijke soort en meer richting melodieuze bluesrock in mijn beleving, met een enthousiaste zanger en met prima soleerwerk. Aardig, als hapje tussendoor voldoet het prima.
Een van de eerste bands vandaag waar ik echt naar uitkeek is het Noorse (uiteraard) Hedvig Mollestad Trio, dat ik sinds Roadburn 2017 (in Extase) nog erg graag een keer terug zou willen zien. Hedvig Mollestad is een uitstekende gitariste en misschien wel een van de beste die ik zo kan opnoemen. Het trio speelt ook wel op jazzfestivals en dan snap je dat deze psychrock een lekker swingende lik jazz in zich heeft. We staan gewoon helemaal vooraan dit keer en laten het gewillig over ons komen. Zo vooraan blaast het geluid wat langs me heen met wat veel bas, maar het goede fijnbesnaarde gitaarspel van Mollestad is goed te horen. Ze lacht veel en ook tof is de interactie tussen haar en bassiste Ellen Brekken (die overigens op twee nummers haar contrabas gebruikt) en het publiek. Drummer Ivar Loe Bjørnstad jaagt de boel goed en degelijk aan. Het is extra lekker als dit trio de heavy pysch-kant op gaan en er wat meer vaart in, en vuur bij komt. Geweldige band met drie prima muzikanten. Zang is dan ook overbodig. Na afloop spreken we Mollestad nog even bij de merchandise (nog steeds in haar prachtige glitterjurkje) en die wijst op het t-shirt van mijn festivalmaat (Kanaan) waarbij ze vertelt (scoop!) dat ze in of na de zomer iets gaat opnemen met de drummer van Kanaan, Ingvald André Vassbø. Dat is een klasbak natuurlijk, zo weten we inmiddels. Zo’n samenwerkingsproject mag van mij ook direct geboekt worden door Roadburn (of ergens anders natuurlijk). Het hele trio staat bij de merchandise en zo kan ik ze bedanken voor het toffe optreden. Mollestad wijst dan ook nog op mijn shirt (Motorpsycho) en hoe jammer het is dat ze er morgen niet bij kan zijn. Wat tof!
Het is ook een fijn weerzien met Mythic Sunship, dat in 2019 nog een paar keer op Roadburn mocht optreden. De band uit Denemarken wilde ik toen al jaren een keer graag zien, de band zat ook op dat fijne El Paraiso-label, samen met bands als Causa Sui en Papir. De band verhuisde vorige jaar met het album Wildfire naar het Tee Pee-label en dat album is me nooit zo goed bevallen, maar waarom weet ik niet zo goed. Iets andere stijl wellicht, maar vooral ook een magere productie en het klonk wat rommelig. Saxophonist Søren Skov is er vandaag niet bij helaas, maar de band verzaakt niet. De focus lijkt logischerwijs wel op die laatste plaat en ik herken niks. Ik mis ergens wel de fijngeslepen en ruimtelijke psychedelische jams van eerder optredens. Het lijkt wat meer dichtgesmeerd allemaal, maar het is verder wel een prima gedreven set, lekker uptempo en scherp geserveerd.
Even later gaan we naar de grote zaal, die ineens bommetje vol staat voor het Amerikaanse Elder, dat met Omen in 2020 natuurlijk een dijk van een plaat gemaakt had. Blijkbaar heb ik de band in 2017 nog gemist in Merleyn, maar je kan niet alles in de gaten hebben. Herkansing hier op het grote hoofdpodium en de band kopt de bal goed in op dit grote podium. De drummer heeft grappig genoeg ook een shirt aan van Kanaan, dus die naam zoemt toch wel rond in het circuit. Ook opvallend: een gitarist van Mythic Sunship gebruikte net een Fender Telecaster. De gitarist op links bij Elder heeft precies zo’n ding, het bewijs dat je met zo’n gitaar ook prima in een heavy band kunt spelen. Elder speelt zoiets als heavy psych met progressieve elementen en doom. Het beukt goed door maar heeft ook aandacht voor de juiste melodie. De songs zitten goed in elkaar; mooi composities, die harmonieus klinken en zo af en toe goed hard in je gezicht geserveerd worden met beukende riffs en goede gitaarsolo’s. En als er toch gezongen moet worden hier en daar voegt dat nog best wel wat toe. Dikke prima, noteer ik na afloop.
Het lukt ons om nog een stuk van het gedreven Kaleidobolt te zien in de kleine zaal. Deze drie Finnen hebben een soort rauwe rock’n’roll versie van heavy psych/prog en garage, doorspekt met rauwe doorrookte zang. Soms lekker uitbundig en opzwepend. Wel typisch dat ik me dagen later weinig meer herinner van dat optreden. Zou dat komen door dat zware biertje van net?
Bij My Sleeping Karma zoeken we een mooi plekje op in de zaal. Dit viertal mochten we in corona-tijden vorig jaar op anderhalve-meter in het Openluchttheater de Goffert zien en de Duitsers (die eerst weer even een group hug doen bij aanvang) maken er weer een warme gedreven show van. De band neemt je wat meer mee in sfeer dan de andere bands op het festival (mooie projecties ook op de achtergrond), al dan niet door de prettige synths en met langere sfeerstukken, afgewisseld met wat stevigere stukken met het nodige riff-werk. Het gaat nergens echt over de limiet, maar het trekt je langzaam mee de ruimte in. Deze knuffelberen kun je dus zonder probleem vaker zien, het blijft een weldadige ervaring.
Afsluiter Sex Swing in de kleine zaal hadden we niet direct enorm hoog ingeschat, maar we zijn er nu toch (nog). De band, in 2017 hier in Nijmegen nog in Extrapool te zien, lijkt op papier nog wel interessant, met o.a. bassist Jason Stoll van Mugstar en Bonnacons Of Doom, Colin Webster op sax en Jodie Cox (Earth). Experimentele kraut, punk, psych en noise wordt ons beloofd, maar met zes man wil het lastig ontvlammen als toegift. Spannende ritmes, dat wel, maar de wat dronken zang van (neem ik aan) Dan Chandler haalt de boel vakkundig naar beneden. Nou ja, het was toch een goede dag verder.
Zaterdag
Een drukke en lange dag vandaag, met een paar mindere bands op papier, wat dat betreft geeft het wat meer lucht dan een dag eerder, je kunt niet alles zien. Maar we staan er weer op tijd, dat wel. Maida Vale is een wijk in het Londense bestuurlijke gebied City of Westminster, in de regio Groot-Londen. MaidaVale is ook een band uit Zweden, opgericht in 2012. De vier vrouwen mogen de dag openen om 14:00 in de grote zaal, altijd een lastige klus, maar ze doen dat relaxed. Niet zo gek dat ze hier staan, want ze touren met Earthless op dit moment. De band zit ergens in de hoek van de late sixties en begin seventies psych en bluesrock. Volgens de beschrijving grijpen ze terug op obscure bands uit de jaren zeventig zoals Jane, Jeronimo, King Ping Meh en Epitaph en proto bands als Blue Öyster Cult en Blue Cheer. Ergens anders vinden we vergelijkingen met landgenoten als Blues Pills, Graveyard, Witchcraft en Spiders. Of noem het groovende psych met wat rustigere melodieuze stukken en wat bluesrock. In vergelijking met het optreden in Merleyn in 2019 bevalt me de gezongen stukken beter, maar de hoofdrol is nu toch ook weer voor (naast fijn gedreven baswerk overigens) voor het knappe spel van de nog jonge (lead)gitariste.
Het is uitverkocht vandaag en dan moet je niet te laat naar de kleine zaal lopen, zo blijkt gelijk na aanvang van Slomosa, maar uiteindelijk loopt de zaal wel wat leger en kunnen we wat naar voren opschuiven. De band uit Noorwegen (uiteraard!) zit in de hoek van doom/sludge met de nodige fuzz (uiteraard!) en je kunt het ook typeren als – laten we zeggen – meezingstoner. Het is geen band die direct opvalt in dit genre, maar het hakt lekker door. Grappig eigenlijk dat de zang van de bassiste Marie Moe gewoon wat beter is dan van de leadzanger/gitarist. Goed stukje woestijnsound toch, de hoofdjes kunnen weer gedwee heen en weer.
Het Engelse Elephant Tree stond ook nog wel op het lijstje als mogelijk interessante band, met name door songs als “Bird”, dat nog in mijn jaaroverzicht beste nummers van 2020 belandde. Elephant Tree moet het eigenlijk ook meer van de sfeer hebben, net zoals My Sleeping Karma, zeker als je het vergelijkt met de snellere en hardere stoner/sludge/doom-acts. Sfeerstoner, typeer ik het nog even. De samenzang is wat zoet, maar wel goed, en ook de twee nummers met een extra viool- en cello-speler zijn gedurfd voor zo’n publiek, maar het past wel in de set. Grappig dat de bassist – met groene snaren op de bas – hierna gelijk toegeeft dat hij opgelucht was, zo zenuwachtig was hij voor dat stukje op de akoestische gitaar. Eigenlijk had het gitaargeluid nog een tik harder in de mix mogen staan, met een extra dosis fuzz en viezigheid, maar wat vooral stoort is dat de loomheid de overhand neemt en de band steeds langzamer lijkt te gaan spelen, al is dat misschien niet zo. Nee, hier had ik toch wat meer van verwacht.
Het Italiaanse A/lpaca, dit jaar op de stream te zien van ESNS, is dan de beste band die je daarna tegen kunt komen. Met een veel hoger tempo geeft dat weer extra energie. De band is leuk, met een soort punk-kraut en een grappig blikkig telefoon-geluid op de zang. Beetje simpel maar heerlijk dansbaar, wat dat betreft had ik de zaal hier ook wat enthousiaster verwacht. Misschien zit er nog niet genoeg bier in.
We besluiten al wat te gaan eten en dat gaat ten koste van Stöner, de band met Brant Bjork and Nick Oliveri. Die zaten ooit eens in Kyuss dus, maar ondanks die referentie kon de band mij niet imponeren op de plaat. Voor de echte stoner-liefhebber ongetwijfeld onmisbaar. Met al die stoner lust ik juist wel iets anders en dan ben je bij Polymoon aan het juiste adres. Deze Finnen wilde ik erg graag zien na het heerlijke optreden op Roadburn Redux vorig jaar, toen ze hun hele album Caterpillars of Creation live speelden. Op de stream dan. Live klinkt dat zo mogelijk nog beter, met uiterst gedreven kosmische spacerock en progressieve psych, met een dikke glamour-knipoog. De zanger met rood pak en make-up en geblondeerd haar zingt wat pathetisch, maar op de een of andere manier werkt het helemaal. Na een intro van de guitig kijkende gitarist (op links voor de kijkers, met een soort Turbo-kapsel) gaat de band er direct VOL op. Wát een bak vol meeslepende noise en wat voor prachtige melodieën gaan hier rond? Het doet me nu ook weer wat denken aan die (eveneens Finse) band Kairon; IRSE! , of neem Oranssi Pazuzu. Deze band doet daar weinig voor onder. Zo’n band die je gelijk nog wel een keer wilt zien ergens.
Even bijkomen bij 1000mods op het balkon, waar het geluid nog best volvet staat, een must voor zo’n (stoner/doom) band als dit, maar na Polymoon klinkt het me even wat simpel in de oren. Dit is ook een soort meezingstoner, maar met veel herhalende en moddervette riffs, wat gitaarsolo’s en wat ranzige zang. Pas achteraf zie ik dat ik ze al eerder had gezien, in 2016 in het voorprogramma van Monkey3, ook in Doornroosje, maar dan in de kleine zaal. De grote zaal staat hutjemutje zo te zien, dus genoeg liefhebbers voor deze Griekse band, die toch ook al een tijdje meegaat (sinds 2006).
Kryptograf is ook niet al te lastig te verteren in de kleine zaal, maar dit bevalt me net iets beter. Je zou kunnen zeggen dat het een toegankelijk stukje bluesrock/stoner/sludge is, net zoals Supersonic Blues gisteren bijvoorbeeld. Prima zangers ook, zelfs de drummer zingt mee. De band vertelt enthousiast dat dit het eerste optreden is buiten Noorwegen en dat doet de band helemaal niet verkeerd. Dit soort muziek is als een lekker bitterballetje tussendoor, niet al te moeilijk, maar smakelijk en fijn melodieus.
Het Amerikaanse Earthless stond er de vorige editie ook al en dat zie je eigenlijk nooit. Maar goed, nu zaten er wel een paar jaar tussen. In 2018 was de band uit San Diego ‘artist-in-residence’ op het Roadburn-festival waar ze ook een paar van die mega-jams lieten horen. Gitarist Isaiah Mitchell zong vorige keer nog bij een paar nummers, maar vandaag laat hij dat achterwege. Volgens mij zitten er maar iets van twee nummers in de set vandaag (“Night Parade of One Hundred Demons” in elk geval, beide delen neem ik aan), waarvan ik de themaatjes wel herken van de plaat, maar de rest is gewoon een hoop gejam van Mitchell, die dat natuurlijk uiterst smakelijk doet. Het is ook wel een kenmerk van de band. Gelukkig zit er ook een enorme drive en groove achter, Mike Eginton op bas en drummer Mario Rubalcaba vormen de ideale ritmesectie. Weinig variatie van die kant, maar het zijn wel klasbakken. Iets van twee instrumentale nummers in het uur en dan nog de boel half aan gort spelen. Het eindstuk is briljant, waarbij de band al tien minuten of langer een einde lijkt te breien aan het stuk maar dan toch steeds weer doorgaat. Als een plaat toch vast blijft zitten, dan maar op deze manier inderdaad. Heerlijk.
Hey Collosus moet er dan even aan geloven helaas, om nog even energie op te doen voor twee uur Motorpsycho. Uit Noorwegen natuurlijk. Al meer dan 32 jaar aan de macht en nog steeds brengen ze elk jaar wel een plaat of wat uit. Een van de beste bands ook om live te zien vind ik al heel lang, en het lukt me dus ook al heel lang om in elk geval een keer per jaar een optreden van ze mee te pakken, gelukkig treden ze nog steeds veel op. Maar ja, corona en zo, dus we moesten er even op wachten. Bij de soundcheck zien we Reine Fiske, de toetsenist/gitarist die zichzelf al ruimschoots heeft bewezen in o.a. Dungen en speelde ook eerder mee met Elephant9. Nog steeds geen echt vast bandlid geloof ik, maar toch ook al weer vele jaren een vaste waarde voor het andere trio, met in de kern natuurlijk oer-duo Snah en Bent, aangevuld (sinds 2017) met werelddrummer Tomas Järmyr. In twee uur laat Motorpsycho zich van een stevige proggy stoner/sludge-kant zien, met natuurlijk aandacht voor melodieën en improvisaties, snedige gitaarstukken, maar ook de nodige dikke riffs. En toffe visuals op de achtergrond. Het is een genot van het eerste bekende “Hell, Part 1-3” (Still Life With Eggplant-album) tot het afsluitende lange “The Wheel” (Timothy’s Monster), dat echt grandioos vet klinkt. Massieve psychdoom om hallucinerend opgetild te worden. Echt goed en dansbaar/proggy/groovy vind ik ook “The Crucible” en “The Transmutation of Cosmoctopus Lurker”, al komt er vandaag geen enkel slecht nummer voorbij (op de plaat staan die wel), al is Motorpsycho live sowieso natuurlijk een vak apart. Een nieuwe ervaring. Een andere belevenis. Ik zal best een beetje bevooroordeeld zijn als fan boy, maar wat een waanzinnig vette show was dit weer toch. Mijn hart is weer gevuld.
Daar kan niks meer overheen, toch? Toch? In de kleine zaal weet Rotor op een of andere manier mijn lichaam over te nemen. Ik sta dus al een tijdje, maar pas na afloop voel ik mijn rug en voeten en knalt de vermoeidheid binnen. Het Duitse Rotor weet dat moment nog goed uit te stellen met een knallende en groovende set. Wat een dik, vet en helder geluid hier en wat spelen deze gasten strak. Nog even doordansen met dikke instrumentale stoner/psych/sludge, met ook zeker de nodige headbangmomenten en massieve riffs, maar ook omringt met fijn subtiel gitaarwerk. Kijk, dát zijn de knallers voor een laatste feestje in de kleine zaal. Dat het dan meer dan tien minuten uitloopt zal echt niemand kunnen schelen.
Wat een festival is dit en wat waanzinnig om hier weer eens van te kunnen genieten, al helemaal in de eigen stad. Dat het festival zo snel gegroeid is van een dagje met één podium naar twee dagen met twee podia is dus wel te begrijpen. Met deze organisatie en dit soort programmeurs, die toch elke keer weer een goede set bands weten te strikken, mogen we toch enorm in ons handjes knijpen. U was trouwens ook een goed en tof publiek, dus hopelijk zien we je volgend jaar weer terug!