Soms hoor je van die stemmen die meteen zo'n heerlijk warm nostalgisch gevoel opwekken dat je het liefst meteen in de platenkast van je ouders wilt springen. Bij wijze van spreken dan, want in de platenkast van mijn ouders zou ik alleen maar James Last aantreffen. De gruwel. Vorig jaar gaf Diane Birch me al dit bijzondere gevoel, dit keer is het de beurt aan de Noorse zangeres Susanne Sundfør. Op haar debuut uit 2007 met de weergaloze single “Walls” klonk ze vooral als de lieve, jonge zus van Stevie Nicks. Het contrast met haar tweede album The Brothel dat in 2010 uitkwam is zeer groot. De spontaniteit heeft plaatsgemaakt voor spanning, de uitbundigheid is vervangen door dramatiek. Niet dat deze nieuwe, donkere jas haar niet goed staat hoor, het is alleen even wennen. In Noorwegen beviel de nieuwe sound overigens wel meteen goed, The Brothel werd er vorig jaar bijna de bestverkochte plaat. Het titelnummer weet meteen goed een fraaie, duistere sfeer neer te zetten met een onheilspellende tekst: ‘I’ll do it all, I’ll do whatever you say, God has left me anyway’. Door de knappe variatie tussen de nummers, overtuigende experimenten met elektronica en natuurlijk de prachtig heldere stem van Sundfør is dit een album dat alleen maar een diepe indruk kan achterlaten.
mij=Grönland / Rough Trade
4 reacties