Eigenlijk kom ik er maar eens per jaar, in het verre Groningen. Alleen maar voor Eurosonic / Noorderslag. Maar er is natuurlijk meer te doen aldaar. Zoals TakeRoot, het jaarlijkse festival voor rootsmuziek en americana. Maar ik weet de weg naar Groningen en een ijzersterke line-up lokte me naar het noorden. Wat meteen opvalt is dat de gemiddelde TakeRoot-ganger wat ouder is dan uw standaard festivalbezoeker. Ik haal de gemiddelde leeftijd aardig omlaag, en het publiek heeft zich ingelezen / ingeluisterd. Er is dan ook geen programmaboekje te vinden en ik moet het doen met slechts een A5-je met een blokkenschema. Dat is een gemis voor eenieder die, zoals ik, wat minder thuis is in de americana. Dat houdt in dat ik vooral in het begin even mijn weg moet zoeken in de Oosterpoort.
mij=Door: Gr.R. Foto's: Jelmer
Opener Caitlin Rose moet dat ook nog. Rose, dit keer solo, babbelt er zoals ook op ITGWO op los, maar kan het in haar eentje nog niet maken. Ze staat niet op het makkelijkste podium voor een vrouw alleen met een gitaar, de Foyer, en ze probeert het binnenkomende publiek te overschreeuwen. Dat zou met haar repertoire niet hoeven. Romantica heeft hetzelfde probleem. Zij staan op het meest ondankbare podium, dat bij de ingang, en hun gevoelige nummers met alleen akoestische gitaar en pedal-steel verdrinken daar. Ze doen amechtige pogingen en zingen zelfs over dat ze de FA Cup willen winnen (en dat voor Amerikanen!), maar het beklijft niet. Dat doet de muziek van Emily Jane White wel. Zij trapt niet in de standaard singer/songwritersval, in je eentje kan het snel saai worden, en heeft een gitarist bij zich die haar prachtige nummers sober ondersteunt met elektrische gitaar of pedal-steel gitaar. White wisselt piano en gitaar af en weet het volle concert de aandacht vast te houden. Prachtig!
Het is even wennen in Groningen. Het is voor de verandering eens niet koud, het is langer licht en de usual suspects met wie ik Eurosonic / Noorderslag onveilig maak zijn er niet. Die usual suspects die me dan meeslepen naar concerten waarbij ik zo af en toe moet denken: hier ben ik toch veel te oud voor. Op TakeRoot is het andersom. Bij het binnenlopen van de Grote Zaal, waar Old Crow Medicine Show een feestje aan het bouwen is, is mijn eerste gedachte: hier ben ik toch veel te jong voor? De heren van Old Crow Medicine Show spelen traditionele country op alle vormen van akoestische snaarinstrumenten (ukelele, banjo, viool), ondersteund door een staande bas en de groep brengt het werk met een aanstekelijk enthousiasme. Maar het is toch teveel de countrykant van de americana en dat is mijn pakkie an niet. Een goed gevulde Grote Zaal zag echter dat het goed was. Opvallend: we zijn twee uur onderweg en ik heb nog geen drummer gezien.
De eerste drummer speelt bij Deer Tick en daar zaten blijkbaar veel mensen op te wachten, want het is stervensdruk in de Foyer. Deer Tick, gehuld in degelijke houthakkershemden, zet een standaard rockshow neer die in de verte wat aan Neil Young doet denken, maar niet echt uitblinkt in afwisseling. Toch is het wat we nodig hadden na het ingetogen begin van Take Root. Het is meteen een stevige opmaat voor de show van Black Mountain. Een beetje vreemde eend in de bijt op TakeRoot, blijkt ook uit een opvallend lege Grote Zaal, maar desalniettemin trok deze hippieversie van Led Zeppelin vel van leer. Een puike afwisseling tussen het stevige oude werk en het wat meer bluesy nieuwe werk, maar doordat de heren en dame nauwelijks communiceren is het wat afstandelijk. Desalniettemin een goed optreden!
Amper bijgekomen van Black Mountain word ik nogmaals overrompeld, dit keer door Phosphorescent. Hoewel het vehikel van Matthew Houck, staat er een puike band op het podium, met daarin een glansrol voor gitarist Jesse Anderson Ainslie. Hoogtepunt is Mermaid Parade en Houck zorgt er met zijn prachtige show voor dat de maaltijd uitgesteld moet worden. Eten is overigens geen straf op TakeRoot, want de catering is goed verzorgd en de kaasfondue smaakt uitstekend. Aan alles is te merken dat het een festival voor en van de oude muziekliefhebber is. In de zalen is het stil wanneer dat hoort en men komt binnen of verlaat de zaal tussen de nummers door, zodat de overlast tot een minimum beperkt blijft.
Niet dat ik veel veel last had van vertrekkende mensen bij Isobel Campbell en Mark Lanegan, want het is ook goed mogelijk om vooraan te komen. Ik weet niet of het aan de grote zaal ligt, maar ook het optreden van Campbell en Lanegan is wat afstandelijk. Dat aan Lanegan geen groot communicator verloren is gegaan, dat mag alom bekend zijn. Maar op TakeRoot zei hij zelfs twee woorden en was hij op een glimlach te betrappen. Ook Campbell is geen vrolijke babbelaar en valt vooral op door een permanente blik van bewondering richting Lanegan. Willy Mason mag nog een nummertje meedoen en het uur Campbell / Lanegan levert een goede show op, maar is ook net lang genoeg.
In de Kleine Zaal is ondertussen Iron and Wine begonnen. Samuel Beam is vandaag in zijn eentje en bewijst een stelling die eerder op de avond geopperd werd. Een goede singer/songwriter is te onderscheiden van een minder goede doordat hij met zijn stem en songmateriaal de aandacht langer vast kan houden. Het songmateriaal van Beam is sterk en zijn stem prachtig, en zijn optreden is dan ook eigenlijk eerder afgelopen dan dat je zou willen. In de foyer poogt Carrie Rodriguez boven het gebabbel uit te komen en zij krijgt daarbij ondersteuning van de heren van Romantica. Het wil echter nog niet beklijven, waarna de avond eindigt met een keuze. Ga ik naar de traditionele op country leunende americana van Dave Rawlings Machine (met Gillian Welch), of de rockvariant van Wilco?
Bij Wilco weet je wat je krijgt: een puike rockshow met een groep vol podiumbeesten en als altijd een glansrol voor gitarist Nels Cline. Tweedy schudt de memorabele melodieën uit zijn mouw. Het optreden is vergelijkbaar met de fenomenale show in Paradiso van vorig jaar. Toch besluit ik om een stukje Dave Rawlings Machine mee te pakken. En daar waar het met Old Crow Medicine Show niet lukte, kan Dave Rawlings het wel. Zijn traditionele country blijft wel hangen, mede door zijn fenomenale gitaarspel op een Archtop uit 1935. En laten we eerlijk zijn, de aanwezigheid van Gillian Welch helpt ook mee. Dat ene nummer dat ze solo deed is misschien wel te weinig. Het dak gaat er af als Rawlings halverwege een nummer een geweldige versie van Neil Young's “Cortez the Killer” inzet. De zaal is dolenthousiast en Rawlings speelt een half uurtje langer door. Het is de juiste afsluiter van een geslaagd avondje in de Oosterpoort met een hoop muziek waar ik misschien stiekem toch iets minder te jong voor was dan ik dacht. Snel maar weer eens compensatie zoeken. Wanneer treedt Crystal Castles weer op?
Prachtige review – kan ik me grotendeels in vinden (zeker wat betreft Sam Beam… man, wat een stem! Wat een optreden!) maar één ding moet me toch van het hart: Met 24 jaar voel ik me absoluut niet te jong over Old Crow Medicine Show – de band waar ik speciaal voor naar het hoge noorden was afgerezen. Smaken verschillen, uiteraard en blij toe, maar met leeftijd heeft het weinig te maken.
En dat terwijl take root voor een Americana-festival juist een jong publiek trekt. Er liepen zelfs tieners rond. Vergelijk dat maar eens met een publiek dat op wijlen Blue Highways afkwam.
Heel mooi was trouwens ook het optreden van Damien Jurado.
‘Het verre Groningen’, ‘Het Hoge Noorden’. Kennelijk zijn we dat stadium nog steeds niet gepasseerd. De cliché-o-meter slaat weer eens diep in het rood uit…
Groningen IS ver, maar de wereldreis was gelukkig de moeite waard
@Riny: inderdaad. Wat een pokke-eind is dat toch, maar zeker de moeite. Volgende keer in de beschaafde wereld hoor 😉
@Knurftus Anonymous | 20 september 2010 – 22:58
ja hee, het is van Gr.R. , die verslijt
3 cliché-o-meters per dag.
@Paula: Ze waren ook voor weinig de afgelopen weken.
Ik geef de mensen graag wat ze willen en mijn cliché’s zijn populair blijkbaar!
En zo is het maar net. Altijd van je afbijten. Altijd in jezelf blijven geloven. Ondanks alles. Laat de rest maar praten hoor. Ze zijn gewoon stikjaloers. Je clichés zijn gewoon hartstikke populair.
Ach, er is een Garfield die als volgt gaat:
Jon: Al mijn besluiten zijn verkeerd. Dus neem ik voortaan geen besluiten meer.
Garfield (denkt): Goed besluit!
Iets constructievere kritiek mag wel. Ik heb net een paar spelfoutjes uit de tekst gehaald, daar hoor je dan weer niemand over. En we hebben nu eenmaal niet zoveel Grunse schrijvers hier.