De Belg Nils Verresen, de opperbeer van dit gezelschap, heeft zijn kompas kundig afgesteld op alles wat hip is in indie-kringen. Misschien wel iets té goed. Op And So It Is Morning Dew ontpopt hij zich als een Belgische versie van zijn IJslandse soortgenoot Seabear. Stem en sound en zelfs de vaak lange absurde songtitels hebben zonder meer die IJslandse feel. Waar Seebear eerst nog met elektronica stoeide is Verressen maar meteen als volbloed-folkie begonnen. Met zachte babybilletjes-stem zingt hij zijn lieve wiegeliedjes. Gevoel voor melodie kan de man echter bepaald niet ontzegd worden. Het scherp aangezette en tegelijk grappige refrein in “Headphones” is bijvoorbeeld bijzonder geslaagd en hetzelfde geldt voor “Winterwandering”. ‘And in between these movie scenes there was static emerging on the tv screen, so we keep remembering the good parts’. “We’ve Come Bearing Gifts” is de te verwachten griezelig perfecte Sufjan Stevens-pastiche, die zo op Seven Swans had gekund. Zelfde stembuigingen en een muze op de achtergrond die zachtjes meefluistert. Een stuk eigener is hoogtepunt “Apple Sour”, met een fraai ijle cello en het mooiste tokkel-intro. In het laatste kwart van de plaat valt dan nog een laatste invloed op. Bij oppervlakkige beluistering lijkt daar tot drie keer toe uit Damien Rice‘s 0 te worden geciteerd. Zelfde dynamiek, met rommelige strijkers en zwierende drums en langzaam toenemend pathos in de vocalen. Maar waar Rice daar excelleerde in het schaamteloos open zetten van alle sluizen, blijft onze beer nog wat vastzitten in de klei.
mij=PIAS