Ik moet eerlijk toegeven dat ik The Chills een beetje vergeten was. Onterecht natuurlijk, want klassieke singles als “Doledrums” en “I Love My Leather Jacket” zullen bij mijn generatie eighties-kids nog steeds warme herinneringen oproepen, en dan heb ik het nog niet eens over de albums. Prima melodieus bandje, gitaarpop die zich een beetje links van het midden opstelt, beetje ondergewaardeerd door het grote publiek. En nu is er na negentien jaar eindelijk weer eens een nieuw album van The Chills. Zanger-gitarist en componist Martin Phillipps is al jaren het enige constante bandlid en één van de redenen voor deze wel erg lange pauze is het feit dat hij meerdere jaren kampte met (drugsgerelateerde) Hepatitis C. Gelukkig heeft hij het vak van mooie songs schrijven niet verleerd. Met zijn warme stem en inventieve gitaarlijnen pikt Phillipps de draad weer op alsof er geen kwart mensenleven voorbij is gegaan. De titeltrack bijvoorbeeld is een mooi voorbeeld van The Chills op hun best. Nergens vliegt het uit de bocht, in een heerlijk warme, haast ouderwetse productie vullen zang en muziek elkaar perfect aan. Het orgeltje is precies op smaak naast het karakteristieke gitaargeluid en de puntige ritme-sectie. Gewoon een toptrack. Andere hoogtepunten zijn het bevreemdende, zweverige “Tomboy” en de perfecte emo-pop van afsluiter “Molten Gold”. Het lijkt erop dat Phillipps een nieuwe adem heeft gevonden en dat er nog heel wat meer in de toekomst te verwachten valt van The Chills. En dat is maar goed ook want bandjes die schijnbaar moeiteloos een album vol songs van zulke kwaliteit uitbrengen zijn er niet zoveel.
mij=Fire Records