De secularisatie neemt toe en het kerkbezoek neemt af. Niet dat het nieuws is uiteraard, want met al die zijige dominees, suffe pastors en watjes van priesters die je uitnodigen om een gebouw des Heeres te bezoeken, is er toch geen moer aan? Al die dienaren Gods zouden heel wat kunnen leren van de manier waarop Reverend Peyton het aanpakt. Met een stem als een stoomwals nodigt hij je niet uit om een dienst bij te wonen, nee, hij schreeuwt, vloekt en scheldt je zijn kerk binnen met zijn Big Damn Band. The Whole Fam Damnily is de vierde full-length waarop hij zijn gospel predikt. En dat is er niet eentje van geloof, hoop en/of liefde, maar een verhaal van de harde werkelijkheid. Het ware leven zoals het was (“Mama’s Fried Potatoes”, “Them Old Days Are Gone”), is (“Why Is Everybody Getting Paid but Me”, “Wal-Mart Killed The Country Store”) en altijd zijn zal (“DT’s Or the Devil”, “Can’t Pay the Bill”). Met een rauwe schreeuw, een grijns en een paar verrotte gitaren en basale percussie, aangekleed met wat toeters en bellen, stelt hij je zijn uit blues en country gegoten paradijs en zijn engelen voor, The Whole Fam Damnily. Net als bij die kerkdiensten waar je als kind naar toe moest, slaat na een tijdje de verveling toe. Maar als je buiten staat, heb je toch maar mooi een beetje heiligheid meegekregen (en wat zoete miswijn kunnen jatten).
Mij=Side One Dummy / Suburban