Toen ik vorige maand door Tallahasssee reed, de hoofdstad van Florida, werd ik gewezen op een Colombiaans restaurant. Ja, daar hebben ze geweldige hamburgers, maar dan op z’n Colombiaans. ‘DAT IS DAN TOCH GEEN FUCKING COLOMBIAANS RESTAURANT?’ antwoordde ik gedecideerd. Altijd die dikke, vette Amerikaanse saus eroverheen, die deken van oppervlakkigheid. Altijd? Nee, want er zijn altijd eenzame strijders die dapper weerstand blijven bieden tegen de overheersing van de verstikkende eenheidssausage die de keten van hotdogstands genaamd de Verenigde Staten van Amerika vaak is. En dus maken The Shaky Hands eerlijke muziek. Eerlijk, vooral omdat er even geen beter woord voorhanden is. Als ik puur zeg denk je namelijk: Wijvenmuziek. En als ik rauw zeg denk je: Zweet, rughaar en achterhaalde gitaarriffs. Eerlijk dus, omdat ze echte ongekunstelde natuurlijke muziek maken, wat dat betreft hoor ik wel wat muzikaliteit die je ook bij The Shins hoort. En aangezien de mannen elkaar vast en zeker geregeld in het culturele leven van Portland, Oregon zullen zijn tegengekomen, is dat misschien niet eens een gekke gedachte. Maar het is ook eerlijk omdat ze echt Amerikaanse muziek maken. Ze zijn absoluut in de poparchieven van de Oude Wereld gedoken, maar noemen ook beren, bomen, oceanen, leeuwen en walvissen als bronnen van inspiratie. Daardoor bezit het album geen enkele hitpotentie. Maar The Shaky Hands bewijzen dat dat op geen enkele manier een indicator is voor het welbevinden van een schijf. Die pleziert mij namelijk alleszins, zeker als geheel. Alle nummers zitten zo organisch in elkaar verweven, dat de liedjes eigenlijk niet onafhankelijk van elkaar te beluisteren zijn. Een prettige droom van drieënveertig minuten, bij voorkeur in de avond of op de Dag des Heren. Maar wees beducht voor de emotionele staat waar je je in bevindt. Als je niet hunkert naar rust of andere vormen van mentale stabiliteit, blijf dan ver weg van Lunglight, want in dat geval vind je dit een ronduit saai album.
mij=Memphis Industries / V2