Er zijn niet zo heel veel bands die het veertig jaar volhouden, maar met nog drie van de vier originele bandleden actief hebben The Stranglers dit jaar toch maar mooi dat jubileum gehaald. Voortgekomen uit de pubrockscene brak het viertal definitief door in de punk-hausse van 1977. Drummer Jet Black had de band een paar jaar daarvoor opgericht met Hugh Cornwell (zang en gitaar) en Jean Jacques Burnel (bas en zang). Gecompleteerd met toetsenist Dave Greenfield mixte de band hun psychedelische rock met de power van de punk en de rest is geschiedenis. Veertig jaar later wordt er dus een flinke tournee ondernomen om dat te vieren en bijna iedere maatschappij die Stranglers materiaal in haar catalogus heeft probeert een graantje mee te pikken.
De kopers van Giants and Gems zijn gelijk klaar. Met alle albums uit de topperiode 1977 tot en met 1982 in deze box heb je in feite meteen het beste en meest ter zake doende materiaal in je bezit. De klassieke punky sound van hits alsNo More Heroes, Grip, Peaches en Something Better Change vind je op de eerste twee schijfjes. IV Rattus Norvegicus en No More Heroes verschenen kort na elkaar in dat explosieve jaar 1977 en waren (terecht) in de verzameling van elke zichzelf respecterende punker te vinden. Via wat experimentelere albums, zoals het artistieke hoogtepunt The Raven, komt de luisteraar uit bij het meest succesvolle album van The Stranglers: La Folie. Op deze gelikte plaat vinden we de grootste hit die The Stranglers ooit maakten terug; het walsje Golden Brown. Het vreemde aan deze box set is dat er een gapend gat van een dikke twintig jaar in zit. Omdat het hier alleen de albums van EMI betreft (waar de band tot eind 1982 onder contract stond om daar pas deze eeuw bij terug te keren) springen we van 1982 naar 2007 en 2011 met de meest recente albums Suite XIV en Giants. Hugh Cornwell is dan allang niet meer van de partij, zijn rol als gitarist en zanger is op deze albums overgenomen door Baz Warne die in 2000 tot The Stranglers is toegetreden. En hoewel er zeker sterk materiaal te beluisteren valt, bijvoorbeeld de melancholieke rocksong Relentless of het ingetogen jazzy My Fickle Resolve, is het toch een behoorlijk contrast met die vroege klassiekers. Het heilige vuur is toch wat gaan smeulen lijkt het, ook al zijn het zeker geen albums waar de heren zich voor hoeven te schamen. De set bevat in totaal elf albums waarop behalve reguliere releases zoals hierboven beschreven ook explosieve live-opnames uit 1977 en alle tracks die in de EMI-periode op single verschenen zijn verzameld.
De tweede set die wordt uitgebracht is Here and There. Hierop vinden we de b-kantjes van de wat gladde, poppy periode in de jaren tachtig toen The Stranglers bij Epic onder contract stonden. De jubilarissen brengen deze compilatie echter in eigen beheer uit. Dit is echt een set voor de diehard fans want, zoals bekend, b-kantjes zijn niet voor niks nooit a-kantjes geworden. Anders gezegd, dit zijn niet de nummers waarmee men geschiedenis heeft geschreven. Het Bowie-achtige Savage Breast en het subtiele Instead of This zijn erg mooie, spannende songs, maar voor de willekeurige luisteraar zijn dit soort pareltjes niet genoeg om je door minder geïnspireerde vullers en soms wel erg lauwe live-versies heen te worstelen. Ook klinkt de productie van met name de drums en toetsen uit die jaren tachtig hier en daar wel erg gedateerd voor de luisteraar van 2014. De trouwe fans smullen van deze release omdat het zesluik aan songs die de Vladimir & Olga-saga vormen voor het eerst op cd verschijnen, maar voor de argeloze koper is dit erg Britse stukje inside-humor waarschijnlijk niet de moeite waard. Dit dubbelalbum illustreert ook dat The Stranglers langzaam maar zeker steeds verder afgleden van het episch centrum van de populaire muziek. De energie en spanning van die energieke eerste jaren en de zoektocht naar perfecte pop van de vroege jaren tachtig verzandt in soms wat gezichtsloze softrock. Niet voor niets verliet Hugh Cornwell in augustus 1990 de band om een, tot heden niet bijster succesvolle, solocarrière te starten. Zijn taken werden tot 2006 overgenomen door zanger Paul Roberts en tot Baz Warne in 2000 zich meldde was John Ellis (ook bekend van o.a. The Vibrators en Peter Gabriel) de gitarist.
De derde boxset die nu de winkelschappen moet gaan vullen bestaat uit drie van de vier albums die zijn opgenomen door de line-up met Roberts en Ellis. Omdat de oorspronkelijke leden min of meer een stap terugzetten hadden zij in de jaren negentig de lastige taak om de band op sleeptouw te nemen met nieuw materiaal. Met zijn krachtige stem deed Roberts het zeker niet verkeerd en Ellis is een begenadigd gitarist en samen met de drie routiniers deden zij het prima, maar, in een tijdperk vol grunge en Britpop was het wat anachronistische geluid van een groep als deze niet erg makkelijk aan de man te brengen, zeker zonder de man die toch zestien jaar gezichtsbepalend was geweest. Op About Time laat de band een geluid horen dat teruggrijpt naar de jaren zeventig met scherpe gitaarloopjes en de ouderwets lekkere orgelsound die zo kenmerkend was in hun begintijd. Met een gastrol van Nigel Kennedy in het mooie Face en met het meeslepende Still Life worden op dit album bijzonder geslaagde visitekaartjes afgegeven. De twee andere langspelers in deze box,Written in Red en Coup de Grace, zijn te wisselvallig om, behalve de eerder genoemde diehard fans, veel mensen te behagen. Een song alsValley of the Birds werd een ware Stranglers-classic, maar daartegenover staan magere bijdragen als de INXS-persiflage Miss You en de saaie, techno-achtige (ja, u leest het goed) dreun God is Good. Kortom, de ware fans mogen de pinpas trekken voor al dit moois, maar al met al is dit natuurlijk iets te veel van het goede voor de meerderheid der muziekliefhebbers. Met één of twee verzamelalbums kunnen die namelijk ook al een heel eind komen.
mij=Parlophone & Coursegood & Eagle
4 reacties