Terwijl ik dit stukje tik heeft Kristian Mattson a.k.a. The Tallest Man On Earth zojuist opgetreden op Best Kept Secret 2015. Het oordeel was ongeveer zo: solo, Mattson alleen met z’n gitaar, is magisch. Maar dat was slechts een intermezzo. Als hij zijn gehele band aan de gang zet op het podium, ontaardt het in slordigheden en verdwijnt de betovering. Natuurlijk kan dit te wijten zijn aan het feit dat dit één van de eerste optredens van de tour is. Maar dat laat niet verlet dat het ook op plaat wennen is aan The Tallest Man On Earth nieuwe stijl. Juist de kracht die de kleine man met alleen zijn gitaar en snerpende stemgeluid uitstraalt, maakt de liedjes zo bijzonder. Dylan, inderdaad. De vergelijking is al (teveel) gemaakt. Waar Dylan elektrisch versterkt – in elk geval in retrospectief – iedereen mee wegblies, dat lukt The Tallest Man On Earth niet. Niet bij mij, in elk geval. Op zijn vorige plaat, There’s No Leaving Now werd het bredere geluid al voorzichtig ingezet, op Dark Bird Is Home gaat hij hier mee verder. In het slechtste geval – “Sagres” – klinkt hij plots als een soort Snow Patrol, vrijend met Mumford & Sons. Gelukkig zijn er dan liedjes als opener “Fields of Our Home” waar het – op het crescendo aan het eind na – klein gehouden wordt. “Singers” is er ook zo eentje, net als de pianoballade “Little Nowhere Towns”.
mij=Dead Oceans