Tim Barry kennen we als zanger van de hardcore-band Avail. Barry is hier echter solo. En dat met slechts een gitaar, een piano, een banjo, mondharmonica, een boombox en wat drums. Tim Barry zoekt naar reflectie. Hij keek in de spiegel, haalde inspiratie uit gospel traditionals, folk en country. Net als Waylon Jennings richt hij zich met deze vierde CD op de singalong-songs, oersimpele melodietjes en refreintjes die zijn verhaal moeten verduidelijken. En dat verhaal is er eentje van een mannetje met een rotsvast geloof in zichzelf en toch een hoop levensvragen. Dit is Barry’s vierde solowerkje, als ik het goed heb. Waar 40 Miler anders is dan zijn voorgangers, is dat Barry zich verder heeft gespecialiseerd in kleine vertellingen over het leven in Richmond. Hij voert andere personages op dan zichzelf om zijn eigen emoties tegen elkaar uit te spelen. Heel traditioneel en op sommige momenten ook cliché. Tja, country, bluegrass en hillbilly-muziek moeten het nu eenmaal niet van de vernieuwing hebben. Tim Barry lucht zijn hart op deze wijze. Hij zal nooit te boek staan als de nieuwe Steve Earle, maar hij is brutaal genoeg geweest om het hardcore-juk van zich af te schudden en hij heeft zich omgeturnd tot singer-songwriter in de aloude Amerikaans-Canadese traditie. Nu nog een potje Dapper Dan en snel O Brother Where Art Thou van de Coen Brothers kijken.
mij=Xtra Mile
4 reacties