Wat raar dat ik dit nooit op de radio gehoord heb, denk ik bij het luisteren naar Twin Forks’ gelijknamige debuutalbum. De muziek van deze Amerikanen kun je grofweg omschrijven als het resultaat van een scheutje Mumford & Sons, een flinke hoeveelheid ‘ho hey’ The Lumineers en een druppeltje Of Monsters And Men. Folkpop dus, en dat is onder anderen door eerder genoemde bands populair en hip gemaakt. Spil van Twin Forks is Chris Carrabba, in het begin van deze eeuw frontman van Dashboard Confessional, een emorockband die in het thuisland erg populair was maar hier in Nederland niet zo veel deed. Té Amerikaans en te glad geproduceerd voor onze nuchtere Nederlandse oren. Met Twin Forks wil Carrabba terug naar de muziek waar hij mee opgroeide, de klassieke folk en country, en wil hij écht contact met een dansende en klappende menigte. Ik denk dat het met dit debuutalbum voor de helft gelukt is. Het album is namelijk, bewust of onbewust, verdeeld in twee delen. De nummers één tot en met zes zijn hele vrolijke uptempo en prettig in het gehoor liggende folkpopliedjes die volgens mij net zo makkelijk hits zouden kunnen worden als al die andere folkpophits. En ja, ik zie hier ook wel een groot publiek op een zomers festival heel blij van worden, helemaal van prijsnummer “Scraping Up The Pieces”, dat net iets rauwer klinkt dan de rest. Maar dan deel twee, vanaf nummer zeven, “Danger”, tot en met het twaalfde en laatste nummer,schieten Carrabba en consorten in de emopop-modus. Weg vrolijkheid, weg tempo en weg is mijn aandacht. De producer heeft deze liedjes iets te glad afgeleverd. Dat is zonde,want zonder die finetuning had het vast veel beter geklonken. Dit debuutalbum krijgt van mij dan ook een krappe voldoende voor de lekker in het gehoor liggende eerste helft. De tweede helft kun je wat mij betreft gerust overslaan.
mij=Dine Alone Records
4 reacties