Lieve herfstige liedjes blijven vaak onopgemerkt. Nothing Comes To Rest bijvoorbeeld. Melancholieke verhalen en kleine hartekreten trekken niet zoveel aandacht, en ook al zou je ervan genoten hebben, dan weet je nog niet zo goed wat ervan te zeggen. In 2004 schreef ik mijn tweede recensie ooit voor File Under, die ging ook over Unbunny. Let wel, dat was de tijd dat deze site nog op blogspot.com draaide. Het was een hondsmooie cd, een verborgen juweeltje, met net zulke korte, dromerige maar nauwelijks zwaarmoedige liedjes als deze. Maar er reageerde zes jaar lang niemand op mijn stukje. Ook niet op stukjes over Solo trouwens. En ook niet op al die andere honderd miljoen miljard singer/songwriters. Je moet een Eels zijn voordat er misschien iemand voorzichtig “ja, mooi!” fluistert. Intussen is ook Unbunny’s website weg, trouwens. Ik stel me voor dat er een hemel is waar alle mooie vergeten liedjes heen oprijzen. Zonder drama, in kalmte, met waardigheid, precies zoals ze klinken. Daar zweven ze dan bij elkaar, in het geheim, terwijl ze elkaar warmhouden. Tussen de gure wind, de vallende regendruppels en het maanlicht, die elk iets van dier klinkende schoonheid terugzingen richting de aarde. Af en toe komt er iemand in een luchtballon langs, die een liedje komt beluisteren. En heel soms een hele zeppelin vol fans, zoals toen Mark Linkous net was overleden. En elke keer verzuchten de bezoekers: wat is het toch mooi hier. Om dat, als ze eenmaal weer beneden zijn aangekomen, weer volledig te zijn vergeten.
mij=Affairs Of The Heart / Munich
Mooi stukje.