Met The Garden leverde Unitopia twee jaar geleden een album af dat ik bij het recenseren al prachtig vond, maar dat in de tijd daarna doorgroeide. Het gemak waarmee progbombast en pop samengingen bij de zevenkoppige band met saxofonist, maakte dat ik steeds weer verrast werd door de bijna vanzelfsprekende schoonheid van de muziek. Ondanks een aantal bezettingswisselingen gaat het gezelschap op Artificial door op de ingeslagen weg. Die bezettingswisselingen golden dan ook niet de twee pilaren van de band, zanger Mark Trueack en toetsenist Sean Timms. Trueacks zang, met een nasaal stemgeluid inclusief lichte aardappel in de keel (denk Peter Gabriel of Men at Work‘s Colin Hay), is vloeiend zonder glad te worden, terwijl het songmateriaal veelal poppy is zonder in wegwerpdeuntjes te vervallen. Aan het eind van het jaar zal Unitopia een coversplaat uitbrengen en de tracklist op hun site verraadt al dat ze allesbehalve eenkennige prognerds zijn. Op Artificial zijn heel wat fraaie details te horen, zoals op het Beatlesque “Nothing Lasts Forever”, waarin ook tekstueel naar de Fab Four wordt verwezen, of de Arabische elementen in “Not Human Anymore”. In “Tesla” wordt van jazz naar prog naar pop gehopt op een bijna Transatlantic-achtige wijze, waarbij alle instrumenten uit de kast gehaald worden, en beurtelings piano, strijkers, sax, bas en percussie even naar voren mogen komen. In een tijd waarin veel Inside Out-bands na de financiele problemen van moedermaatschappij SPV naar elders zijn uitgeweken, zal Inside Out blij zijn dat een parel als Unitopia voor hun catalogus bewaard is gebleven. Deze band heeft het in zich om een van de hele grote progbands te worden. Voorzover ze dat niet al zijn.
mij=Inside Out / CNR