Een onbekend sterfelijk orkest. Er is een grote kans dat u deze drie woorden nog nooit in combinatie met elkaar hebt zien staan. Dat was ook de bedoeling van Ruban Nielson toen hij zijn band tot Unknown Mortal Orchestra doopte. In 2011 werd het debuutalbum uitgebracht, dat in Nederlandse kringen opmerkelijk weinig aandacht kreeg. Anno 2013 is Nielson terug met opvolger ii. Een uitstekende plaat, voornamelijk geschreven op tour en handelend over de eenzaamheid en isolatie die een artiestenbestaan met zich meebrengt. File Under sprak met de geboren Nieuw-Zeelander over onder andere zijn nieuwe plaat en het familieleven.
mij=Interview: Guus.
Waarom is ii volgens jou hetzelfde als zijn voorganger maar dan met ‘just a little bit more ambition’?
Het eerste album had ik gemaakt zonder dat ik wist dat iemand het überhaupt zou gaan horen. Ik had geen intentie om het materiaal ook daadwerkelijk uit te gaan brengen, laat staan live te gaan spelen. Ik deed het toen echt louter voor de lol. Werkend aan dit album realiseerde ik me dat mensen over de hele wereld ernaar zouden gaan luisteren. Daarom heb ik wat meer moeite gedaan voor elk nummer; ik ben net wat verder gegaan voor de liedjes dan ik normaal gegaan zou zijn.
Het album is doordrenkt van een zekere eenzaamheid. Naar eigen zeggen veroorzaakt door het op tour zijn, weg zijn van huis en haard. Toch ziet het er tot nu toe naar uit dat 2013 even zo druk gaat worden. Waarom heb je niet voor wat minder shows gekozen?
Het touren op zich was niet zo’n probleem. Het was vooral de manier waaróp we tourden. Na een lange rits optredens namen wij steeds maar iets van drie dagen vrij. Tegenwoordig hebben we zo’n tussenperiode al verlengd naar drie weken – dat maakt een groot verschil. Ook gebruikten we zoveel drugs als we in handen konden krijgen, gewoon omdat het ons leuk leek dat te doen. Na een anderhalf jaar zo geleefd te hebben kregen we problemen met onze gezondheid en sociale levens. Nu weet ik dat touren hetzelfde is als een instrument leren spelen. Het is een vaardigheid die je moet leren. En wij leren het gaandeweg allemaal steeds beter. Maar ik zie aan de andere kant ook weer het positieve van die heftige periode in, ik had daardoor veel inspiratie om voor dit album te schrijven.
In de maanden maart en april heb je een hele tijd geen shows. Dat komt niet vaak voor bij jullie. Wat ga je in die tijd doen?
Waarschijnlijk wat meer muziek schrijven. En daarnaast heb ik natuurlijk een gezin; een vrouw en twee kinderen. Ik ga vooral de verloren tijd met hen inhalen.
Je kinderen zijn erg jong. Omdat je zo vaak en lang weg bent mis je veel van hun ontwikkeling. Hoe probeer je toch zoveel mogelijk vader te zijn?
Als ik terugben probeer ik al mijn tijd met hen door te brengen. Ik zie het zo: in veel ‘normale gezinnen’ zijn mensen ook veel weg en zien hun kinderen bijvoorbeeld alleen ’s avonds. Zo groot is het verschil met wat ik doe in dat opzicht ook weer niet. Maar ja, natuurlijk is het moeilijk weg van ze te zijn. Dat is het voornaamste wat mij eenzaam maakt als ik tour. Als je een gezin hebt, is het gewoon moeilijk om in een ander land te zijn. Dingen als vreemde mensen ontmoeten en nieuwe plekken zien gaat me dan moeilijker af.
Een ander gezinslid van je – je broer Kody – speelt op het album mee op enkele liedjes. Jullie vorige band ging uit elkaar omdat jullie zoveel ruzie hadden. Hoe was het weer samen te werken met je broer?
Het gaat nou best goed tussen ons. De laatste keer dat ik in Nieuw-Zeeland was bleef ik weer bij Kody slapen. We hingen weer samen rond, gingen Playstationnen en bierdrinken. Een van de redenen waarom ik met The Mint Chicks stopte was omdat ik het gevoel van ‘broers zijn’ kwijt was geraakt. Ik wilde dat we weer met elkaar omgingen zoals het was voordat we met die band begonnen. Gewoon als vrienden.
In interviews ben je doorgaans noemenswaardig meer open over je privéleven dan andere artiesten, waarom doe je dat zo?
Ik zie het zo: ik ben een entertainer. Wat ik doe is dat ik mensen wil geven waar ze voor komen. Jij komt hier voor een interview, dan wil ik jou ook iets moois teruggeven. Ik probeer wel nog steeds uit te vinden hoe ik het precies moet doen. Ik moet een balans erin zien te vinden. Vooral in de Verenigde Staten kunnen mensen gestoord op dat soort dingen reageren. Ik wil niet dat sommige mensen bepaalde dingen van me weten, zoals waar ik woon, want je weet maar nooit. Maar het is fijn als je ergens komt en men weet waar je vandaan komt.
Aan de westkust zijn een aantal bands actief die net als jullie teruggrijpen op de jaren zestig en zeventig. Heb je het idee dat je deel uitmaakt van een scene?
Ja, ik denk het wel. Veel van die bands – Foxygen, Girls, Ty Segall – kennen we persoonlijk en maken muziek waar ik zelf naar luister. Maar ik denk dat we inderdaad onderdeel zijn van een bepaalde beweging in de hedendaagse muziek. Van binnenuit blijft zoiets alleen wel moeilijk te constateren. Maar op veel feestjes waar we naartoe gaan komen we bijvoorbeeld leden van de Vivian Girls, Ariel Pink of Thee Oh Sees tegen. Het is een klein wereldje en veel mensen die ongeveer dezelfde soort muziek maken gaan met elkaar om.
4 reacties