Het is de week van de 97e editie van de Vierdaagse in Nijmegen, het grootste meerdaagse wandelevenement van de wereld. Terwijl de wandelaars blaren op hun voeten kweken zijn de Vierdaagsefeesten in Nijmegen ook een grote trekpleister, jaarlijks trekt het evenement zo’n 1,4 miljoen bezoekers. Terwijl de wandelaars vanaf dinsdagochtend om 4:00 uur ‘s morgens aan hun afstand mogen beginnen, kunnen de feestvierders al vanaf zaterdag een week lang hun hart ophalen aan allerlei festiviteiten in de binnenstad van Nijmegen. Het Valkhof Festival – voorheen de-Affaire – is steevast een mooie locatie op en rond het Valkhofpark voor de liefhebber van de betere en vernieuwende muziek. Bandjes kijken is hier een aangename hobby en je hoeft ook niet raar op te kijken als je hier nieuw talent kunt spotten dat later op de grotere muziekfestivals te zien zal zijn. Of niet. Maar dat is dus ook de charme van het festival. Ik weet in elk geval geen leukere manier om deze week door te brengen in het gezellige Valkhofpark, waar ook op deze 27e editie van het festival elke dag weer een hoop prima bands staan geprogrammeerd. En de entree? Die is gewoon helemaal gratis.
mij=Door: tBeest.
De zaterdagavond wordt dit jaar afgetrapt door Tangarine op het hoofdpodium ‘Arc’. Het Nederlandse folkduo bestaat uit de tweeling Sander en Arnout Brinks. Met hun akoestische gitaar en serene en lichtjes nasale samenzang brengen ze hun liederen in de stijl van Simon & Garfunkel en Bob Dylan. De magere tweeling voelt elkaar uiteraard prima aan, waarbij hun podiumpresentatie ook opvallend synchroon verloopt. Tegelijk lopen ze naar voren, zingen ze samen bij dezelfde microfoon of houden ze hun gitaren tegelijk omhoog. Het is wel een ‘easy listening’ begin van de avond, maar bij “Motion of Light” gaat het tempo omhoog en wordt het volume op het veld ook ineens verder opengedraaid, waardoor het toch wat voller over het veld klinkt. Met de Dylan-cover “Blowin’ in the Wind” sluiten de twee een aardige set af, die vooral uitblonk in schone samenzang en akoestisch kampvuurgitaarspel. In het park kun je dan snel omschakelen naar het Boog-podium dat op een kleine steenworp afstand ligt van het hoofdpodium. Earth Mk. II is daar de eerste band van vanavond, die vorig jaar werd opgericht door Hugo van de Poel, die in het verleden al eens samenwerkte met Jacco Gardner. Muzikaal gezien lijkt Earth Mk. II een soort vereenvoudigde understudy van die band, met zomerse popmelodietjes, een lik sixties-feel en een psychedelisch onderwatereffectje op de zang. Dan vind ik die zang met de degelijke drums en de licht zalvende zang van de gitariste verder best aangenaam, maar het blijft zoeken voor de band naar een eigen smoel waarmee ze onderscheid kunnen maken. Het blijft wat hangen in een aantal leuke nummers en behoudend of onwennig spel van de bandleden. Gek eigenlijk ook dat de zanger/drummer na afloop direct in het gat achter het podium duikt, terwijl ook de andere leden zonder het publiek verder nog aan te kijken het podium afgaan. Terug naar het hoofdpodium dan, waar we een kwartier langer moeten wachten op het begin van saxofoonfluisteraar Colin Stetson vanwege technische problemen. Gelukkig krijgt hij uiteindelijk meer speeltijd om zijn bijzondere fratsen te mogen vertonen. Want daar staat hij dan. In zijn eentje. Met een gewone saxofoon en een saxofoon maatje dinosaurus. Je moet het maar aandurven om je publiek hier drie kwartier mee te confronteren, maar het is een intrigerend schouwspel. Stetson haalt onmiskenbaar knap een staaltje geluid uit zijn saxofoon, met repeterende patronen die me ergens aan Philip Glass doen denken. Dat er geen onderbrekingen zijn in het geluid wordt veroorzaakt door het continue circulair ademhalen van Stetson, die op een gegeven moment ook maar eens de rokers vooraan het podium een standje geeft, want hij heeft alle frisse lucht nodig die hij maar kan krijgen. Blijft de vraag hoe hij dit technisch verder nu precies doet, maar zijn nekband met microfoon en het getik op zijn sax zal toch onderdeel zijn van het verrassende gelaagde geluid dat hij voortbrengt. Als hij vraagt aan de geluidsman om de interne microfoon van de sax op zijn monitor te zetten – die hoort hij dus niet – vragen we ons aan de kant gekscherend af waar hij dan misschien nog meer microfoons zal hebben verstopt (het schunnige antwoord zal ik je besparen). Het voelt allemaal een beetje aan als een knappe gimmick, maar intrigerend is het zeker. Fantastisch hoe dit festival toch ook van dit soort experimentele muziek durft te programmeren, het publiek kan het goed hebben en zou uit zichzelf vast niet zo massaal naar een show van Stetson gekomen zijn. Hetzelfde geldt voor de bijzondere samenwerking van het grindcorejazz sax-en-drum-duo Dead Neanderthals met Rutger Zuydervelt a.k.a. het ambient/drone-vehicle Machinefabriek, samengevat vandaag in het gelegenheidstrio DNMF. Na het uitlopen van het optreden van Colin Stetson wordt dan nog grappend aangekondigd dat ze dan nog maar tijd voor twee nummers hebben, maar DNMF is vandaag inderdaad van het langere uitgesponnen werk. Het eerste nummer is traag zuigend, bijna monotoon, ontvouwt zich maar langzaam en moet het hebben van subtiele nuanceverschuivingen. Lastig voer voor liefhebbers van het hap-slik-klaar-werk, maar ook hier werkt het op z’n minst intrigerend. De drums zijn hier spaarzaam, alsook de electronische inbreng van Rutger Zuydervelt. Maar het is een mooie opmaat voor numero dos, waarbij de registers een stuk verder opengaan en je met wat meer fantasie het brute werk van Dead Neanderthals kunt ontwaren in de trant van hun album Jazzhammer / Stormannsgalskap, al wordt het veel beheerster en repitetiever gespeeld. Dit nummer vouwt zich mooi open tot een stevige geluidsmuur, waarbij de lage tonen duidelijker worden gevoeld en de electronische diepe klanken aan de kant van Zuydervelt nu veel meer zorgen voor een knallende symbiose met het sax/drum-duo. Zo bouwt de set zich op naar een opwindend hoogtepunt. Na een lange aanloop dan toch nog scoren, heet dat. Dan is het even later wel schakelen naar de Afrikaanse woestijnblues van Tamikrest uit Mali. Natuurlijk, de bandleden zijn prachtig gekleed als nomaden uit exotische oorden, maar de band krijgt het publiek niet echt aan het dansen. Echt vurig wordt het gewoon niet en veel dynamiek of verrassing zit er ook niet in het spel, waardoor het optreden meer klinkt als een gezapig achtergrondmuziekje. Arabische jingeljangel-zang op een bedje van oneindig onderkoelde ritmes. Zoiets. Nou, voor liefhebbers dan maar. Ik kan niet alles geweldig vinden misschien. Een verademing is dan BlackboxRed, dat door – de normaal gesproken prima geïnformeerde met goede snedige aankondigingen – presentator Wim Koens wordt aangekondigd als Groningse band. Tja, zo stond het ook in het programmaboekje. Maar ze komen dus echt uit Leeuwarden, zo wordt door zangeres/gitariste Eva van Netten nog even meegedeeld. Het duo speelt in een Blood Red Shoes-bezetting met man op drums en vrouw op gitaar en start furieus met korte, puntige songs met een flinke portie energie. Rake klappen op de drums en opwindend gitaarwerk. Bam! Dat hakt er in en er vallen spaanders in het publiek. Bij enkele nummers is de zang niet optimaal, hoewel dit bij de wat melodieuzere stukken wel weer meevalt. Vooral het uptempo ragwerk overtuigt, waarbij de nummers zelf ook catchy zijn. Als het gas iets wordt teruggenomen en de songs meer gaan drijven op melodie in plaats van energie vind ik het wat minder overtuigend allemaal, maar al met al levert BlackboxRed hier een mooi visitiekaartje af. Beneden op de Voerweg staat inmiddels het trio van BadBadNotGood klaar uit Toronto en dat wil ik ook niet missen. De band speelt vanavond tijdens de ‘chocolade-avond’, een hiphop-programma met opkomend talent, nationale en internationale namen. Nu wordt BadBadNotGood ook wel in een hoek van hiphop gezet, maar het is toch vooral ook opwindende, bijna prog-achtige jazz wat de drie heren hier laten horen. En hoe! Helaas is het publiek hier vanavond op de Voerweg enorm luidruchtig en kan ik me in het begin maar moeilijk laten meevoeren met het (dan nog wat subtielere) geluid van deze band. Zelfs vlak vooraan is het erg onrustig met mensen die vooral met andere dingen bezig zijn dan aandachtig luisteren naar de band. Jammer. Dan maar dichter naar het podium proberen te komen. Pas als we bijna op het podium hangen en zo langzamerhand ook de irritante party-animals en luidruchtige ordeverstoorders elders hun vertier opzoeken, kunnen we echt opgaan in de opwindende klanken van dit trio. Wat een muzikale gasten zijn dit! Onnavolgbare, maar smakelijke patronen worden uiterst strak uitgevoerd in een deels geïmproviseerde set. Het geheel klinkt uiterst funky, met een herhalende jazzy uitvoering dat me ergens wel doet denken aan het Zweedse Gösta Berlings Saga. Bij de laatste paar nummers trekken ze het publiek echt hard mee, waarmee er zelfs vooraan even een euforisch springende moshpit ontstaat. Het gejuich na afloop vanuit het publiek is niet meer dan terecht voor deze helden. Beste optreden van de dag. Dan is er boven in het park nog een fijn feestje gaande met Bixiga 7
0, een tienkoppige Braziliaanse afrobeat-collectief dat het Valkhof nog even trakteert op een flink swingend einde van een mooi eerste avondje Valkhof Festival. Met dit soort bands op de eerste avond en het vooruitzicht dat het zo’n lekker weer zal blijven belooft het veel goeds voor de rest van het festival.
Zondag
De zondag van het festival begint ‘s middags extra vroeg met het Amsterdamse Spilt Milk op het Boog-podium. De op overleden dichters geïnspireerde licht dromerige pop/folkliedjes van de groep, gevormd door Marc van der Holst (Hospital Bombers), zijn wat behoudend maar relaxed gespeeld. De trage dronefolk en americana is een aardig en fijn gezongen maar ook wel loom aan het begin van de dag. Vooral ‘niets aan de hand’-muziek. Dan knalt het Amerikaanse duo van Two Gallants er gelijk een stuk energieker in met een heerlijk strak spelende drummer en een overtuigende gitarist die zijn instrument volledig benut. De muzikale ervaring spat er vanaf in een routinematige maar gedreven show. Rauwige americana, roots en bluesrock, knap aan elkaar gezongen met een licht geknepen en bijna rauwe stem. Two Gallants bouwt het optreden prima op, waarbij de rustige nummers in het midden van de set eerst nog even lijken te verdrinken in iets te overtrokken drum- en gitaargeluid, maar uiteindelijk weet de band het gas mooi terug te nemen tot prima songs, zeker als de piano wordt ingezet. Tegen het einde wordt het zompige geluid weer van stal gehaald en eindigt het weer opwindender. De band speelt ‘s avonds dan nog in Rotown in Rotterdam, maar ze raden ons aan om naar Akron/Family te kijken, want daar hebben ze al eerder mee gespeeld in San Francisco. Bedankt voor de tip. Terug naar de dromerige sfeer met Amber Arcades dan op het Boog-podium, het project van voormalig Oh, Brave Wide Eyes-frontvrouw Annelotte de Graaf. Tijdens het eerste nummer knalt plotseling de elektriciteit er uit waardoor de band stilvalt, maar van paniek is niet echt sprake. Meer een ‘ach ja, dat gebeurt nou eenmaal wel eens’-houding. Misschien weten ze nog wel een goede mop? Als het versterkte geluid dan terug is beginnen ze gewoon weer opnieuw, relaxed als ze zijn. En zo is de muziek ook. Schitterende serene muziek dit, fijn gezongen, smaakvol aangekleed met subtiele laagjes elektrische gitaar. Op de YouTube-bootlegs wordt de sfeer nog niet eens helemaal gevangen. Dan dalen we wel op tijd af naar de Voerweg voor even een heel ander staaltje vermaak met de winnaars van Nijmeegse talentwedstrijd Kaf En Koren: de Rectum Raiders. Wim Koens kondigt ze aan als ‘de beste slechte band van Nijmegen’, en dat klopt wel. Ongein eerste klas en een lekkere ‘over-the-top’-show in de categorie – pak ‘m beet – Steel Panther. Fout, fouter, foutst dus. Met panterleggings, fluorescerende kledingstukken, roze bassnaren, geolied bovenlijf, trossen ballonnen die worden losgelaten bij aanvang, de kunst van smakeloos komkommers en banaan eten, het aflikken van elkaar in een heuse slagroom/komkommer-act, in de steigers klimmen zoals Airbourne dat laatst op FortaRock deed en dit geheel wordt aan elkaar geplakt met quasi-stoere poses. Nu spelen de heren niet zo retestrak als hun voorbeelden, maar vermakelijk is het allemaal wel, met bijvoorbeeld ook een metalversie van “Rainbow High In The Sky” van DJ Paul Elstak en een lekker fout schlagernummertje. Nu nog zelf een echte meezinger schrijven, jongens! Daarna blijven we hangen op de Voerweg voor Mannheim, het volgende project voor saxofonist Otto Kokke, die in meerdere vormen op het festival is te vinden deze week. Mannheim bestaat uit leden van DNRWAYF, dat ook eens op (toen nog) de-Affaire stond, maar dit is toch wat andere koek. De band speelt instrumentaal met de impact van een stevige rock of metal-act. De jazz-achtige patronen van deze band voeren van subtiele ritmes naar materiaal waar stevig op is te headbangen, zonder dat dit nu alleen door een gitaar wordt uitgevoerd. Nee, die saxofoon bijvoorbeeld blaast je ritmisch tegen de kant, maar ook het baswerk is heerlijk, de gitaar vermengt zich smaakvol in het geluid, en de drums meppen het gecontroleerd dicht. Deze fijne tegendraadse patronen doen mij denken aan zoiets als math-jazz (of djent-jazz zo u wilt) met een metal-attitude, en dat klinkt als een klok. Dat de bassist een shirtje aanheeft van de Italiaanse Zu zegt trouwens ook iets over waar de band door wordt geïnspireerd, neem ik aan. Wat een lekkere band dit! Akron/Family komt uit New York en maakt zoiets als folk, experimentele rock, psychedelica en electronica. Op papier klinkt het uitstekend en ook op de plaat leek het me goed, maar de band maakt het me wat lastig vandaag. Naar eigen zeggen komen ze net overgevlogen uit Amerika en dan kun je misschien verklaren waarom het de vlam niet direct in de vlam wil slaan. Een gruizige fuzzy bas en wat funky ritmes bevallen me dan wel ergens, maar de band heeft ook zeker wat flauwere momenten waar de melodie me niet echt wil pakken. Op andere momenten klinkt de band als een kolkend geheel met instrumentaal opwindend samenspel, zeker in een aantal smaakvolle intermezzo’s. Ook leuk: zo’n grappige percussie-act inclusief getokkel op een wijnfles. Maar dan toch. De poppy kant van deze band wil me maar moeilijk inpakken. Akron/Family is als Dr Jekyll and Mr Hyde; onnavolgbaar flauwtjes of briljant, soms zelfs binnen een nummer. Echter, tegen het einde van de set lijkt het samenspel ineens veel intenser op zijn plek te vallen en komt er ergens nog ineens een echt mooi ingetogen melodieus nummer voorbij. Ik blijf dus wat verward achter. Maar goed, dan moeten we weer snel omschakelen naar het Nijmeegse Suit And Tie Johns met hun ‘sixties-space-rock-n-roll-fuzz’. Terwijl ik nog denk dat ik wat mis, verklaart de band even later dat ze het een mannetje minder moeten doen. Dan doet het trio het hier nog opmerkelijk goed. De set wordt uiterst zorgvuldig en spannend opgebouwd met dreigende ritmes en psychedelische klanken, waarna ze hun set enorm zelfverzekerd spelen, alsof ze al jaren aan de top staan. Lekkere echo op de zang en aangenaam uptempo en opzwepend. Dit is gewoon een heel goed stel muzikanten bij elkaar. Beneden aan de Voerweg begint dan ook het avondje FortaRock met StonerFront Nijmegen. We gaan er eens – letterlijk – voor zitten, op de heuvel van het Valkhofpark met mooi uitzicht op het podium. Bij het echte stonerwerk denk ik toch aan wat vuiger en uptempo werk, maar deze band speelt het toch rustiger – meer woestijnblues – dan ik had gedacht en verwacht. Een beetje belegen zelfs. Mag ik dat zeggen? Ja dat mag ik zeggen. Verder degelijk uitgevoerd met nette gitaarsolo’s, maar echt opwindend wordt het allemaal niet. Nou ja. Het begin van het laatste nummer duiden we nog wel aan als een ideale soundtrack voor een pornofilm. Maar dat mocht ik eigenlijk niet opschrijven. Het Belgische Raketkanon is dan misschien het andere uiterste en knalt vanaf de eerste seconde van het podium. Wat een lekker ranzige opgefokte show met strak stuwende sludge/noiserock brengen deze heren zeg. Boos mannetje die zanger, gespeeld arrogant of niet, echt vriendelijk kijkt ie nergens, spuugt eens een keer een flinke klodder het publiek in en steekt zijn middelvinger provocerend op. Of zegt grappend hoe iemand maar dom zit te kijken met zijn armen over elkaar naar de show. Doe ‘s mee man! Maar de bandleden verzaken nergens en stoppen er alle energie in die ze in zich hebben. Knuffels op het podium ontaarden zelfs een keer in een ranzig getong van de gitarist met de neus en mond van de zanger, of de drummer drukt zijn ontblote billen tegen de gitarist. Lekker zooitje ongeregeld. Uiteraard gaat de zanger – tegen het einde – nog eens wild tekeer in het publiek, maar hij wordt letterlijk op handen gedragen. Doet dus verder niks af aan de prima metal die deze heren brengen. Strakke drums, stevige riffs, boeiend electronisch werk in de blender en de opgefokte – maar prima – schreeuwzang die soms door effecten worden opgeleukt, zelfs als het klinkt als Donald Duck. Helaas missen we dan wel Warm Soda uit Oakland, waar we alleen het laatste stuk van meekrijgen. Afgaande op het laatste heerlijk psychedelisch klinkende nummer met een fijn zooitje effecten moet dit toch ook een prima optreden zijn g
eweest. Terug naar Club Voerweg, waar we de Franse technische deathmetalband Hacride zien spelen. Bozemannenmetal optima forma, in een stuiterende stijl zoals landgenoten Gojira, met hier en daar van dat lekker tegendraads riffwerk zoals een band als Meshuggah. Waar de band in het begin nog niet zo heel strak lijkt te spelen komt de schwung er wel vrij snel in, al lijken de nummers na een uur ook wel wat op elkaar. Zo vooraan het podium, mooi te zien van boven, lust het publiek er wel pap van en wordt er stevig geheadbangd en/of ontstaan er een kleine kolkende moshpits. Prima band voor zo’n FortaRock-avondje. Eenmaal terug boven op het Valkhof zien we nog een flink stuk van The Wytches, een Engelse band die al sinds 2005 actief is, hoewel ik vanavond toch echt dacht met een relatief jonge band te maken te hebben. De zanger/gitarist is erg onrustig op het podium en speelt ronduit slordig op zijn gitaar, bovendien zingt hij ook behoorlijk onvast en schreeuwerig. Hoewel het de dag lijkt de zijn van de bands met psychedelische invloeden, blijft het bij deze band toch beperkt tot wat fuzz op de gitaar. De wat poppy aanvoelende surf, sixtiesachtige garagerock of grunge is daarbij groter dan ik in eerste instantie dacht. The Wytches maakt geen onuitwisbare indruk, het blijft hangen in goedbedoelde songs die matig worden uitgevoerd door de band, en dat valt tegen. Als afsluiter op het hoofdpodium vandaag is de Australische elektronica/synth-band Midnight Juggernauts een fijne afwisseling in het schema vandaag. De flamboyante electro/synthpop voelt fris en dansbaar aan, mede door de met synthesizers ondersteunde gouden akkoordenschema’s, de mooie donkere zang en de enorm energieke en enthousiaste drummer. Het trio wordt op een aantal nummers ondersteund door een vierde speler, die jarig is of net was geweest en op verzoek nog even door het publiek op het Nederlandse “Lang Zal Ze Leven” wordt getrakteerd. Al met al een prima afsluiter van een lange zondag.
4 reacties