‘Aaa, dee haa dee, dee aa’, als je niet goed oplet dan lijkt de Braziliaanse New Yorker multi-instrumentalist Vinicius Cantuaria in het refrein van opener “Paia Grande” de druktemakers-stoornis te bezingen. En als deze man en zijn muziek érgens niets van weg hebben. Samba Carioca is luchtig gevuld met negen gevoelvolle laidback bossa nova-liedjes, die voorbij vliegen als een fris lentebriesje. Niks samba dus, mijns inziens, maar goed, al die wereldmuziek-genres liggen in elkaars verlengde, nietwaar? Cantuaria is een veteraan in het genre én een klasbak pur sang, dus wat het waarschijnlijk een fluitje van een cent om een topcast aan muzikanten te verzamelen. Onder hen producer Arto Lindsay, pianist op leeftijd Marcos Valle en gitarist Bill Frisell, die zich bescheiden opstelt en slechts met warme tonen aan deze aquarellen mee schildert. Meer nog dan de gitaar vormt de door drie verschillende muzikanten bespeelde piano de hoofdmoot van het album. De kabbelende ritmes worden opgeluisterd met tal van jazzy toetsen-improvisaties, die bij vlagen zelfs aan Bill Evans doen denken. Luister maar eens naar “Fugio” of “Berlin” of de eerdergenoemde openingstrack. Hier geldt wat mij betreft hoe minimalistischer hoe beter. Wat omgekeerde gitaartonen, die door het geluidsbeeld zweven, een echo van een ritme en dan maar pingelen. Tijdloze muziek.
mij=Naïve / PIAS