Op de hoes van Luther’s Blues staat een foto van een bijna dertig jaar jongere Walter Trout met Luther Allison, genomen na het enige optreden dat ze samen deden. Allison stierf namelijk al in 1997, op slechts 57-jarige leeftijd. Hij brak door dankzij Hownlin’ Wolf en Freddie King en was bluesgitarist van dezelfde stiel als Walter Trout: klassieke bluesrock, waarbij de gitaarsolo’s de emoties in de teksten moddervet aanzetten. Dit eerbetoon van Walter Trout is dan ook niet verrassend – én volstrekt in lijn met Trout’s eigen werk. Ook hier is Eric Crone de producer, net zoals bij voorganger Blues For The Modern Daze. Op Luther’s Blues covert Trout elf prima tracks van Allison, waarbij de Stratocaster soms regel na regel meejankt, -gromt en -gilt. Zoon Bernard Allison is op gitaar en zang te horen op de boogie “Low Down And Dirty”. Het album wordt afgesloten met een korte gesproken tekst van Luther Allison zelf en Trout’s enige eigen song op dit album, “When Luther Played The Blues”. En ja, die song past naadloos zowel bij de songs van Allison als in het oeuvre van Trout. Het duurt nog tot november voor Walter Trout weer zijn opwachting maakt op de Nederlandse podia, maar fans zullen zich tot die tijd prima vermaken met Luther’s Blues. Walter Trout doet op dit album wat hij altijd doet: bloezen op hoog niveau zonder nieuwe paden te verkennen, of het nu eigen materiaal is of dat van anderen. Maar vooral: op hoog niveau. Luther Allison zou er trots op geweest zijn.
mij=Provogue
4 reacties